“Toen Saul en heel Israël deze woorden van de Filistijn hoorden, waren zij ontsteld en werden zeer bevreesd.” (1 Samuël 17:11)
“Op deze dag zal de HEERE u in mijn hand overleveren.” (1 Samuël 17:46a)
Misschien kenmerken de twee teksten van vandaag wel het grootste probleem onder leiders. Dit is misschien de kern van kerken die leeglopen en een land dat zich steeds verder bij God vandaan beweegt. Saul is immers als leider zijn eigen dingen gaan doen en niet meer die van God. Het gaat hem er om wat hij wil bereiken. En dan is het kenmerkend wat er hier gebeurt op het moment dat Saul leiding moet geven aan de strijd tegen de Filistijnen en tegen Goliath. Saul hoort de grootspraak van Goliath en hij doet niets meer.
Saul en het volk is bevangen door angst. Dit kan hij niet aan. Ook in de kerk zien we leiders die van alles op zich af zien komen en bedenken: “dit kunnen we niet meer aan.” En het gevolg is dat ze blijven zitten waar de zitten, niets meer durven te doen. Sommige kerken durven de missie van God niet meer aan omdat er leiders zijn die bang zijn voor hun eigen positie. En Saul blijft zitten en beweegt zich niet meer. De angst is toegeslagen. En zelfs als deze brute Goliath de spot drijft met God, een heiden die de kerk voor spot zet omdat het de kerk van God is, dan zwijgt Saul in alle toonaarden. Hij laat het gewoon gebeuren.
Blijkbaar maakt eigenbelang, macht en eer dat de zaak van God echt van ondergeschikt belang is. Maar als we verder lezen, dan zien we ineens het eerste optreden van David. David is ondertussen, zonder dat Saul het weet, al tot nieuwe koning over Israël gezalfd. En dan blijkt de houding van David totaal anders te zijn dan die van Saul. David blijkt het niet te accepteren dat de slagorden van de levende God bespot worden en hij staat op.
Als kerk worden we door de wereld misschien wel vaak bespot en velen maken de kerk belachelijk. Het verschil tussen de leiders gaat dan opvallen. Er is een categorie leiders die zich er eigenlijk niet druk over kan maken, als hun leiderschap maar gegarandeerd is en ze hun kerkje in stand kunnen houden. Dat zijn de Sauls onder de leiders. Maar er zijn ook leiders, die heilig verontwaardigd dat strijd met de duisternis aangaan, zelfs als dat op een andere manier zou moeten dan wat men gewend is. Want laten we eerlijk zijn, een slinger en een steen is niet bepaald wat men gewend was.
Maar ten diepste zit er bij David geloof achter op het moment dat hij opstaat. Want op het moment dat David voor Goliath staat zegt David niet: “Ik zal je vandaag een kopje kleiner maken.” David zegt: “Vandaag heeft de HEERE jou overgeleverd in mijn hand.” David weet dat hij de missie van God strijd en zijn verantwoordelijkheid is om niet toe te laten dat een heiden op deze manier met God omgaat.
Het is maar net waar het ons om gaat. Gaat het ons om Gods eer of de onze. En zeker de leiders onder ons mogen deze vraag wel overdenken.
Gebed: HERE God, het is verschrikkelijk dat de kerk haar groei kwijt is en dat we een bespotting zijn geworden voor de wereld om ons heen. Ik sta op en wil in Uw kracht gaan en geloven dat de overwinning van U is.