"... en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen." (1 Korinthe 12:10d)
Spreek jij wel eens in tongen? Ja, dat is wel even een vraag om mee binnen te komen. Het zal ook menig wenkbrauw doen fronsen. En je mag er van alles van denken en vinden, maar bedenk dat we ook met de gave van talen slechts alleen Gods Woord citeren, die duidelijk zegt dat dit een geestelijke realiteit is. Paulus zegt zelfs dat hij wel zou willen dat iedereen in andere talen zou spreken. Dat zegt hij hier later over in hoofdstuk 14.
Vreemd trouwens dat we bepaalde stukken van de brieven van Paulus letterlijk en serieus nemen, maar als het ons even iets te lastig wordt, of het net die dingen zijn die buiten onze box zijn, doen we dat ineens niet. Tongentaal is een taal die niet tot mensen gesproken wordt, maar tot God. Of Paulus letterlijk bedoelt dat het tot God gesproken wordt kun je je nog af vragen, omdat hij in hoofdstuk 14 er dan achteraan zegt: "want niemand begrijpt het."
Nu blijken er twee soorten tongentaal te zijn. Er is een vorm waarmee de spreker in tongen zelf wordt opgebouwd. Daarvan zegt Paulus dat hij liever heeft dat profetie belangrijker gevonden zou worden omdat door profetie de gemeente wordt opgebouwd. Dit lijkt te gaan over tongentaal, een klanktaal tussen de gelovige en God. Maar in hoofdstuk 12 spreekt Paulus over de gave van talen en de gave om deze talen uit te leggen. Dan gaat het dus niet over de opbouw van de persoonlijke gelovige, maar dan heeft het wel betrekking op de opbouw van de gemeente. Immers zijn de gaven in hoofdstuk 12 duidelijk door Paulus omschreven als gaven die er voor de ander zijn. Dan valt in hoofdstuk 12 tongentaal daar ook onder. En die tongentaal is een gave van de Geest.
Wat is dan tongentaal? Het zijn woorden die de Geest van God door de gelovige heen spreekt, waarbij het verstand (en dus ook het redeneren en het bedenken) van de gelovige er tusenuit valt. Waar dit gebeurt in de persoonlijke relatie met God, waarin de gelovige dus wordt opgebouwd heeft dit te maken met aanbidding en lofprijzing. Maar als dit in de gemeente een plaats krijgt, dan is het een vorm van profetie, van woorden van God, waar de spreker geen invloed op heeft en wat op dat moment dus gegeven wordt door Gods Geest.
Toch is Paulus stellig: in de gemeente staat hij dat alleen toe, als dit ook wordt uitgelegd. Op het moment dat dit er is in je persoonlijke relatie met God is het gericht op aanbidding en begrijpt God het omdat tongentaal een taal is die door Gods Geest tot stand komt. Er wordt zelfs gedacht dat dit engelentaal is. Op het moment dat deze gave in de gemeente plaatsvindt, moet deze dus worden uitgelegd, anders bouwt het de gemeente niet op. Er zijn zelfs meerdere uitleggers nodig en anders mag er op deze manier niet gesproken worden.
En wij nu dan? In je persoonlijke relatie met God zou het eigenlijk een vanzelfsprekend onderdeel kunnen zijn, eenvoudig omdat Gods Woord hierover duidelijk is. Het valt zelfs onder de tekenen die de gelovige volgen. Begin eens gewoon om hiervoor te bidden en laat de Heilige Geest je eens meenemen en geef de Heilige Geest ook ruimte om God op deze manier te verheerlijken. Onvervuild door je eigen denken. In de gemeente is dit anders, dat komt in hoofdstuk 14 verder nog wel.
Gebed: Heilige Geest, wat is mijn gebed vaak vervuild door mijn gedachten, woorden aangepast omdat ik er wat over denk. Ik wil U ruimte geven om U werkelijk te aanbidden, zonder dat mijn gedachten daar afbreuk aan doen.