"Maar de landbouwers zeiden tegen elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten wij hem doden en de erfenis zal van ons zijn" (Markus 12:7)
Wat een verschrikkelijke gelijkenis vertelt Jezus. Stel je voor dat een man die een wijngaard heeft naar het buitenland gaat en om de wijngaard te beheren stelt hij een paar landbouwers aan. Vervolgens pakt deze man zijn spullen en gaat met zijn gezin naar het buitenland. Een aantal slaven gaan dan ook nog mee en zo vertrekt hij.
Maar dan komt de tijd van de oogst en de landbouwer is benieuwd hoe de oogst is gegaan en hij wil zijn deel van de oogst ontvangen van de landbouwers die in zijn dienst zijn. En dan gebeurt het. Hij stuurt eerst een slaaf, die sturen ze, na een pak slaag, met lege handen terug, de volgende slaaf die gestuurd wordt wordt nog erger mishandeld en tenslotte de derde slaaf die doden ze. Dat is toch gewoon verschrikkelijk? En dan uiteindelijk heeft de heer van de wijngaard overlegd met zijn zoon en uiteindelijk stuurt hij hem naar de wijngaard toe. Hem zullen ze wel respecteren mag je toch aannemen.
Maar op het moment dat de zoon aankomt, kijken de landbouwers elkaar aan en zeggen: "Deze moeten we zeker doden, want deze is de erfgenaam, als hij er niet meer is, is de erfenis door ons." Hoe verschrikkelijk is dit. En toch was dit de realiteit van het Evangelie en ik ben bang dat dit ook veel te vaak de realiteit van de kerk is. Want wat hebben die landbouwers gedaan? Ze hadden voor hem die hen had aangesteld over de wijngaard geen enkel respect en ze hadden zichzelf tot eigenaars van de wijngaard gemaakt. En elke invloed van de eigenaar hadden ze op een grove manier het zwijgen opgelegd.
Hoeveel profeten waren er al voor de Zoon geweest die Israël hadden verteld wat Gods wil en verlangen was? Ze waren genegeerd, sommigen gedood en anderen in een put gegooid. God had alles gedaan om Israël tot inkeer te brengen. Maar vooral de leiders van de kerk van toen hebben met al hùn regeltjes en hùn macht de religie vorm gegeven. En toen Jezus kwam, stonden de kerkleiders voorop om Jezus te laten kruisigen. En ja, dat was nodig in het verzoeningswerk, maar daar gaat het in deze gelijkenis mooi even niet om.
Het gaat erom dat de kerk niet meer de kerk van God is, maar dat deze aangepast is naar de maatstaven van de leiders. Zo erg is het dat toen Jezus uiteindelijk kwam, ze Hem om het leven hebben gebracht. En helaas is het vandaag nog steeds niet anders. Kerkordes en tradities van kerken en gemeenten worden hoger gezet dat God en Jezus. En natuurlijk is er de erkenning nog wel dat Jezus is gekomen, tenminste, dat hopen we dan maar. Maar de kerk nu is ook aangepast naar onze maatstaven en ten diepste heeft God het niet meer voor het zeggen.
We kunnen naar de Farizeeërs kijken en heel beschudigend commentaar leveren. Maar de vraag voor nu is of de kerk van nu, werkelijk de kerk van Jezus Christus is, of dat ook wij Hem hebben vervangen door onze theologie en dogma's. En daarmee kruisigen we ook nu Jezus opnieuw.
Gebed: God, ik verlang er naar dat de kerk in Nederland werkelijk de kerk van Jezus Christus is. U hebt het voor het zeggen en breek alles af wat niet van U is in Uw kerk. Reinig en herstel Uw kerk zodat deze U laat zien.