"En Mozes is wel trouw geweest in heel Zijn huis, maar als dienaar, om te getuigen van wat [later] gesproken zou worden; Christus echter is getrouw over Zijn huis als Zoon. Zijn huis zijn wij, als wij tenminste de vrijmoedigheid en de roem van de hoop tot het einde toe onwrikbaar vasthouden. (Hebreeën 3:5 en 6)
Mozes wordt hier beschreven als een getrouwe dienaar over het huis van God. In het Oude Testament mogen we spreken over het huis van God. God woonde ook toen in de hemel, maar op aarde had Hij wel Zijn huis. God is immers alomtegenwoordig en al is de hemel Zijn woonplaats, tegelijk is Hij ook op aarde. En het huis dat Hij hier had was de tabernakel waarin Mozes diende. Later werd dit ook de tempel, maar het gaat hier over de trouw van Mozes voor het huis van God. Maar Mozes kon dit alleen maar doen als een dienaar.
En dan komt het grote verschil op twee punten met Jezus. Waar Mozes diende over het huis van god, was het Jezus Die heerste over het huis van God. En Jezus deed dat niet als dienaar, maar als Zoon. De plaats waar God wil wonen, daar heeft Jezus zorg voor gedragen als Zoon. Hij heeft er alles aangedaan dat Zijn Vader een huis zou hebben om in te wonen. Maar daar zit ook het tweede verschil. Waar we in het Oude Testament konden spreken over een letterlijk huis van God, kunnen we dat in het Nieuwe Testament niet meer. Sommige mensen zeggen dat ze op zondag naar Gods huis gaan, maar dat is echt niet zo. Het huis van God is niet een huis van steen. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt dat wij, de gelovigen, Gods huis zijn.
God woont nu niet meer in een gebouw, maar in de gelovige. En Jezus heeft er in Zijn lijden, sterven en opstanding voor gezorgd dat Zijn Vader kon wonen in de gelovigen. En daarom straalt de kerk als gebouw Gods heerlijkheid niet meer uit, maar die taak heeft Jezus, na Zijn lijden en sterven aan de gelovigen gegeven. En als we deze hoop vasthouden, zal God altijd wonen bij ons. En om dat voor te bereiden heeft Jezus alles gedaan. En eigenlijk stopte dat niet bij zijn opstanding, daarmee kon Zijn Vader wel weer leven bij de gelovigen, maar door de hemelvaart van Jezus kon de Geest uitgestort worden zodat God door Zijn Geest in ons woont. En waar Hij woont, regeert Hij ook.
Want het lijkt net alsof het afhankelijk is van hoe wij er mee omgaan. Maar het vasthouden van de vrijmoedigheid en de roem van de hoop, ligt vast in Gods Geest die in ons woont. En omdat Jezus zo trouw is geweest over jouw zaligheid, woont God nu in ons. Zoals Mozes trouw was om het huis van God te onderhouden, zo heeft Jezus dit volmaakt voor Zijn Vader gedaan. De Zoon heeft het huis voor Zijn Vader bereid en wij leven altijd met God in ons. Dat te beseffen maakt ons voorzichtig met ons lichaam. Het is duur gekocht en het is de tempel waarin God woont.
Gebed: Vader, U woont door Uw Geest in mij door het werk van Uw Zoon. Ik wil elke dag beseffen dat mijn lichaam een tempel is van Uw Geest. Ik wil altijd zorgvuldig omgaan met Uw huis hier op aarde, mijn lichaam.