"Hoe zullen wij dan ontvluchten als wij zo'n zaligheid veronachtzamen" (Hebreeën 2:3a)
We hebben geprobeerd om de afgelopen dagen iets te zeggen over de Zoon, die door God in de wereld is gezonden als het spreken van God in het laatste van de dagen. In zeven stappen heeft de schrijver van de brief de Zoon neergezet. Er komen vanuit de tegenstelling met de engelen dan nog een paar aanvullingen over de troon van de Zoon, maar dat laten we nu rusten omdat we ons richten op het lijden van de Zoon en de onbegrijpelijk diepte daarvan. De overwinning komt pas na het lijden waar we nu nadrukkelijk bij stilstaan.
Als de engelen onder de Zoon staan en de Zoon daarboven dat heeft dan nogal wat te zeggen. De schrijver verwijst dan terug naar het moment dat Mozes op de berg was om de wet van God te ontvangen. Op meerdere punten in het Nieuwe Testament wordt daarvan gezegd dat hier een Engel bij betrokken is geweest. Dit blijkt ook uit de preek van Stefanus. En als dat al zoveel tot stand bracht en dat als engelen in het Oude Testament, namens God mochten spreken en daar consequenties van oordeel aan mochten verbinden, wat moet er dan gebeuren als we de woorden van de Zoon naast ons neerleggen.
Want als engelen zelfs Sodom en Gomorra konden verwoesten vanwege de goddeloosheid en ongehoorzaamheid, en dat waren maar engelen, wat gaat er dan gebeuren als God tot ons spreekt door de Zoon en wij deze woorden laten voor wat ze zijn? Dat oordeel moet nog vele malen zwaarder zijn. Niet luisteren naar een engel die namens God spreekt is verschrikkelijk, maar niet luisteren naar de Zoon die namens God spreekt is vele malen erger. Want de Zoon is wel even minder geweest dan de engelen, maar Hij is de Zoon van de Vader. De Zoon Die de reiniging van onze zonden Zelf tot stand bracht.
Hoe zou je ooit kunnen ontvluchten als je het spreken van de Zoon, als je het werk van de Zoon, veracht. Als je deze zaligheid die je wordt aangezegd door Jezus laat voor wat het is. Dan kunnen we niet anders zeggen dan dat je oordeel zeker en vast is. Geloof in de Zoon als je dat nog niet doet. En tegelijk als je dat dan wel doet? Hebben deze woorden dan niets te zeggen? Kun je vandaag een keer zeggen als gelovige: "Gelukkig, deze keer word ik een keer niet aangesproken?"
Hoe zouden we na zoveel genade te hebben ontvangen, deze zaligheid veronachtzamen? Hoe zou je aan deze zaligheid ooit kunnen gaan wennen en de diepte ervan vergeten? Ook als gelovige kun je heel makkelijk denken dat Jezus het tot stand bracht, terwijl je er ook zelf wat voor wil gaan doen. Daarom moeten we ons houden aan wat door ons gehoord is en niet afdwalen. En het is bij Jezus niet alleen Zijn kruis, het is de complete verkondiging van Zijn Koninkrijk. Hij is gekomen om Gods plan compleet te herstellen. Dat was Zijn doel en daar paste Hij de vergeving en de genade helemaal in!
Gebed: Vader God, ik dank U voor het volkomen werk van Uw Zoon. Ik dank U dat Hij alles kwam herstellen en dit straks volmaakt zal afmaken. Bewaar mij ervoor dat ik Uw genade zal veronachtzamen, maar leer mij steeds in verwondering U en de Zoon de aanbidden.