Er is zo'n verhaal in de Bijbel dat we ook wel kennen. Heel goed zelfs. Dat verhaal dat Abraham en Izak op weg moeten gaan naar een berg om te offeren. Abraham moet van God zijn zoon gaan offeren. Nu gaan we het niet hebben over de vraag of God dit wel kon doen, maar beperk je gewoon even tot het verhaal. Er is namelijk gewoon een moment in het leven van Abraham dat God aan hem verschijnt en hem de opdracht om Izak te gaan offeren. In onze Bijbel staat erbij dat God Abraham beproefde, maar dat vertelde God er tegen Abraham niet bij.
Vader Abraham en moeder Sara hadden maar één kind: Izak! En uit deze zoon zou de Messias geboren worden. En dan zegt God: Abraham, ga hem offeren. "Offeren? U bedoelt: slachten, op een altaar leggen en de brand erin? Mijn zoon?" Misschien dat er later meer vertrouwen kwam in God, maar dat eerste moment als vader. Je kijkt naar je prachtige zoon. Slachten? Moet dat echt? Dit is toch waanzin? Dit is... onmenselijk. Ja, natuurlijk kan God hem uit de dood terugbrengen, maar dit je eigen kind aandoen. En toch ging Abraham! Gehoorzaam en gelovig.
Maar dan Izak nog even. Hij loopt mee, begrijpt er niets van. Offeren zonder offerdier. Ja, zijn vader was ondertussen wel oud geworden, maar hij had ze toch nog wel op een rijtje? "Vader, waar is het offerdier?" Abraham kon moeilijk zeggen: "Sorry zoon, maar... dat ben jij." En heeft Abraham het in geloof gezegd dat God erin zou voorzien? Was dat de diepste hoop? Je kunt er prachtige preken over maken, maar wat een stormen moeten dit geweest zijn in deze twee mensen.
En dan bovenop de berg. Geen offerdier. Abraham zal het Izak verteld hebben wat de bedoeling was. Hoe zal Izak gekeken hebben? Moest hij... Ja, hij moest. En dan pakt zijn vader hem vast en bindt hem vast op het altaar. Hij legde hem op het hout dat hijzelf naar boven had gebracht. En dan zeggen wij: wat mooi hè, echt een type van Christus. Ja, zeker, helemaal waar. Maar zo voelde dat echt niet op dat moment. Ze begrepen overigens van dat beeld van Jezus helemaal niets. Izak wist niet dat Jezus aan een hout gespijkerd zou worden, net zo min als dat hij wist hoe het af zou lopen. Dit was geen spel, dat bleek wel toen Abraham werkelijk het mes pakte om zijn zoon te slachten.
En als je dan alles hebt gehad, verschijnt er ineens een engel. Die spreekt wel uit dat Abraham moet stoppen en dat God het goed vindt op dit punt. Maar een engel, ook die zie ik niet elke dag. Geloof vraagt soms heel wat. En dat klinkt zo vroom als we dat zeggen als we dit verhaal gewoon afstandelijk lezen. Het loopt toch goed af en het lijkt zoveel op Jezus. Maar sommige vrome woorden raken niet in de verste verten aan de realiteit van het moment.