Thema: Eerste brief van Petrus
"Uitverkoren overeenkomstig de voorkennis van God de Vader, door de heiliging van de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenkeling met het bloed van Jezus Christus: moge genade en vrede voor u vermeerderd worden." (1 Petrus 1:2)
Petrus schrijft zijn brieven dus aan de vreemdelingen op de plaatsen waarheen de gelovige Joden verstrooid zijn. Hij noemt een aantal plaatsen, maar tegelijk is onze situatie niet anders. Als gelovige ben je op een bepaalde manier ook een vreemdeling. Het zijn dus ook brieven om ons te bemoedigen en op te bouwen. Het is opmerkelijk hoe Petrus naar de vreemdelingen kijkt. Misschien goed om de definitie van de vreemdeling ook even te geven: Het zijn heidenen die tot geloof in Christus zijn gekomen. Net als wij dus, want in het Bijbelse taalveld had je Joden en heidenen. Vanuit Gods perspectief waren er de Joden die Gods uitverkoren volk waren en er waren heidenen die buiten het heil vielen. Petrus heeft het dan over die heidenen die tot geloof zijn gekomen. Maar de omschrijving is er eentje die lastig is en te denken geeft.
Het hangt een beetje af waar je je bevindt of hebt bevonden in kerkelijk Nederland, maar als Petrus het heeft over vreemdelingen die uitverkoren zijn overeenkomstig de voorkennis van God, dan kan dit wel eens een uitspraak zijn die ongemakkelijk voelt. Er zijn er die met betrekking tot de uitverkiezing dit leren: Als je uitverkoren bent, kom je er toch wel en als je niet uitverkoren bent, ga je toch verloren, wat je ook doet. Het heil van God moet je dan gelukkigerwijs te beurt vallen. Dat is niet wat Petrus ons in ieder geval leert. Geen uitverkiezingsleer waarbij je dan maar geluk moet hebben en waar je eigenlijk zelf verder geen rol in speelt. Als Petrus het hier over de voorkennis van God heeft, moet je die voorkennis van God betrekken op de uitverkoren vreemdelingen. En dat woord voorkennis moet je vooral uitleggen als 'tevoren bestemd tot'. Het gaat daarbij niet om de enkeling die tot geloof is gekomen, maar het gaat Petrus hier om de Goddelijke oorsprong van de gemeente.
Er zijn uitverkoren vreemdelingen die door God van tevoren bestemd zijn tot gehoorzaamheid en besprenkeling met het bloed van Jezus. Dit gaat niet over elke vreemdeling als enkeling, maar de verzameling van uitverkoren vreemdelingen die met elkaar de gemeente ter plaatse vormen. In dezelfde lijn als de uitverkiezing van Israël als Gods volk. Israël blijft God unieke volk, maar de manier van uitkiezen wordt op dezelfde manier bedoeld. Heel concreet zijn dat hier de vreemdelingen in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithinië. De vreemdelingen in die plaatsen die zijn gaan geloven zijn van te voren uitverkoren om bestemd te zijn tot het doel waar God hen voor heeft bedoeld. God heeft dus groepen vreemdelingen bestemd tot een bepaald doel en hen door voor uitgekozen. Je moet dus wegblijven uit de gedachte dat Petrus het hier over een individu heeft.
Dat jij onderdeel bent van een gemeenschap niet-Joden die tot geloof zijn gekomen is iets waarvoor God heeft gekozen. Die gemeenschappen van niet-Joden, zoals wij, die tot geloof zijn gekomen, zijn ter plaatse daar dus door God bedoeld. En hen schrijft Petrus dus een brief. Het is iets dat je met elkaar bent en met elkaar ben je bedoeld om door de heiliging van de Geest gehoorzaam te zijn als gemeente aan Jezus en als gemeente ben je dus ook besprenkeld met het bloed van Jezus. Je komt bij Petrus slecht weg als je zegt dat de gemeente van Christus iets is dat een menselijk bedachte constructie is. Ik spreek wel eens mensen die geen enkele waarde hechten aan de gemeente, maar dan heb je Petrus dus echt tegen. De gemeente is namelijk door God uitverkoren om bestemd te zijn als een groep mensen die door het bloed van Jezus is besprenkeld om in die kracht te staan. De gemeente bestaat dus bij de gratie van Gods keus. Maar tegelijk is dat juist bemoedigend, want daarmee ligt de oorsprong van de gemeente niet in ons samenkomen, maar in Gods keus om vreemdelingen uit de heidenen bij elkaar te zetten. Je bent door God aan elkaar gegeven en door Gods keus ben je met elkaar een gemeente die God heeft gewild. Voel je welke verantwoordelijkheid dat dit heeft voor ons als het om de gemeente gaat? Vanuit dit beginpunt schrijft Petrus zodat we ook een verantwoordelijkheid naar elkaar toe zouden dragen. Ook in de individuele opmerkingen die straks volgen, dan hebben we ook om te kijken naar elkaar.
Gebed: Heer, die diepere boodschap in deze tekst is ook een opdracht. Met elkaar vreemdelingen zijn die door U zijn uitgekozen om met elkaar op te trekken. Toewijding aan de gemeente waar U ons onderdeel van laat zijn is opnieuw belangrijk.