Bijbelgedeelte bij de laatste
'Tijd met God'
Genesis 25:19-26 - HSV
[19] Dit zijn de afstammelingen van Izak, de zoon van Abraham; Abraham verwekte Izak.
[20] Izak was veertig jaar oud, toen hij Rebekka, de dochter van Bethuel, de Syriër, uit Paddan-Aram, en de zuster van Laban, de Syriër, voor zich tot vrouw nam.
[21] Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar. En de HEERE liet Zich door hem verbidden, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd.
[22] De kinderen stootten in haar lichaam tegen elkaar. Toen zei zij: Als dit zo is, waarom overkomt mij dit? En zij ging de HEERE raadplegen.
[23] De HEERE zei toen tegen haar:
Er zijn twee volken in uw schoot,
en twee naties zullen zich uit uw lichaam vaneenscheiden.
Het ene volk zal sterker zijn dan het andere
en de meerdere zal de mindere dienen.
[24] Toen nu de tijd om te baren voor haar aangebroken was, zie, er was een tweeling in haar schoot.
[25] De eerste kwam tevoorschijn, rossig en helemaal behaard als een haren mantel; daarom gaf men hem de naam Ezau.
[26] Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, terwijl zijn hand de hiel van Ezau vasthield; daarom gaf men hem de naam Jakob. Izak was zestig jaar oud bij hun geboorte.
Genesis 25:19-26 - NBV21
[19] Dit is de geschiedenis van Abrahams zoon Isaak en zijn nakomelingen. Isaak, de zoon die Abraham verwekt had, [20] was veertig jaar toen hij trouwde met Rebekka, die een dochter was van de Arameeër Betuel uit Paddan-Aram en een zus van de Arameeër Laban. [21] Omdat Rebekka onvruchtbaar bleek, bad Isaak vurig voor haar tot de HEER, en de HEER verhoorde zijn gebed: Rebekka, zijn vrouw, werd zwanger. [22] De kinderen in haar lichaam botsten hard tegen elkaar. Als het zo gaat, dacht ze, wat staat mij dan te wachten? En ze ging bij de HEER te rade. [23] De HEER zei tegen haar:
‘Twee volken zijn er in je schoot,
volken die uiteengaan nog voor je hebt gebaard.
Het ene zal machtiger zijn dan het andere,
de oudste zal de jongste dienen.’
[24] Toen de dag van de bevalling was gekomen, bracht zij inderdaad een tweeling ter wereld. [25] Het kind dat het eerst tevoorschijn kwam was rossig en helemaal behaard, alsof het een haren mantel aanhad; ze noemden het Esau. [26] Toen daarna zijn broer tevoorschijn kwam, hield die Esau bij de hiel beet; hij werd Jakob genoemd. Isaak was zestig jaar toen zij geboren werden.