Thema: Op pad met Paulus
“Paulus wilde dat die met hem mee zou gaan; en hij nam hem bij zich en besneed hem omwille van de Joden die in die plaatsen woonden, want zij wisten allen dat zijn vader een Griek was.” (Handelingen 16:3)
Wenselijk gedrag is niet populair in onze tijd. Sterker nog, als je altijd wenselijk gedrag vertoont, laat dat maar al te vaak iets zien over je identiteit. Als je identiteit afhankelijk is van wat je doet, dan ligt er een heel groot gevaar op de loer dat je omwille van er te mogen zijn, je altijd je aanpast aan de ander. Je wordt dan emotioneel afhankelijk. En ja, in het gebedspastoraat komen we dat heel vaak tegen. Mensen met een laag zelfbeeld, neigen heel snel naar wenselijk gedrag. Nu kun je dat radicaal afkeuren, maar dan heb je ook nog Paulus die ook nogal wenselijk gedrag lijkt te vertonen.
We kennen natuurlijk allemaal de uitspraak dat Paulus de Joden een Jood wilde zijn en de Grieken een Griek. Dat volgen we misschien nog wel, maar wat doe je nu met de actie van Paulus dat hij Timotheüs gaat besnijden? Dat is nogal een heftige beslissing. En wees eerlijk, op het moment dat je de brief aan de gemeente in Galaten leest is hij juist hier furieus over dat er gelovigen zijn die zich laten besnijden en hij noemt hen zelfs dwaas. En eigenlijk is dat nog een hele zwakke vertaling van wat hij werkelijk zegt. En nu kiest hij er hier voor om Timotheüs te besnijden, maar dat hoefde toch niet?
Er zijn een paar dingen die je goed in de gaten moet houden. In de eerste plaats is de besnijdenis voor Joodse jongetjes niet opgeheven bij de vergadering in Jeruzalem. Nu is dat bij Timotheüs iets lastiger omdat hij een Griekse vader en een Joodse moeder had. Maar vanwege zijn moeder zou hij dus Joods kunnen zijn. Een ander punt is de intentie waarmee Paulus er voor kiest om Timotheüs te besnijden. Het gaat hier niet, zoals in Galaten, om een voorwaarde voor het geloof. Daar heeft het helemaal niets mee te maken. Er is geen enkele relatie tussen het geloof van Timotheüs en Paulus en de noodzaak van de besnijdenis. Het enige dat er voor Paulus toe lijkt te doen is de toegang die hij wilde hebben tot de Joden in de plaatsen waar hij zou komen.
Je kunt wenselijk gedrag hebben uit angst. Omdat je bang bent dat je er niet mag zijn, handel je dan wenselijk, maar ten diepste is je handelen dan een handel uit angst. Later zal Paulus aan Timotheüs schrijven dat hij niet een geest van angst heeft gekregen maar een geest van moed, kracht en bezonnenheid. En hier in deze situatie speelt er bij Paulus geen angst, maar het is hier bezonnenheid. Richting God wil hij met deze besnijdenis niets doen of verdienen. Hij is niet bezig met een voorwaarde. Het enige dat hij hier doet is met bezonnenheid keuzes maken.
Het eerste dat Paulus altijd wilde was beginnen in de synagoge. Daar waar Gods uitverkoren volk was, daar begon hij altijd en pas als zij de deur in het slot gooiden, ging hij verder naar de heidenen. En juist dat was niet mogelijk als Timotheüs niet besneden zou zijn. Hij zou er gewoonweg niet inkomen. Het gaat hier dus niet om pleasegedrag van Paulus, maar het gaat hier om bewust en bezonnen gedrag om de deuren open te houden. Je kunt niet zeggen dat Timotheüs besneden had moeten zijn met een Griekse vader, maar als hij een rol krijgt om het Evangelie verder te brengen, samen met Paulus, dan is dit toch wel belangrijk.
Je mag wel iets doen wat wenselijk is in een situatie, zolang dat binnen Gods kaders blijft, al je er dan maar een bewuste keus over hebt gemaakt. Ik kies er soms ook voor om mijn taalgebruik aan te passen in een bepaalde gemeente, of ik kies ook om de liturgie letterlijk te volgen, terwijl als ik echt zou doen wat bij mij past, ik misschien wel veel vrijere vormen zou kiezen. Schiet ik daar iets mee op als daardoor er niet eens meer geluisterd wordt? Niet bepaald, dus kies ik soms heel bewust om aan te sluiten bij de doelgroep. En dan begrijp je ook hier dat Paulus het hier niet wil omdat dit onderdeel is van geloof, maar dat het om aansluiten bij de gemeenschap gaat. In de geest van bezonnenheid.
Gebed: Heer, leer mij bezonnen te zijn in waar ik voor kies en bewaar mij ervoor om vanuit angst te handelen en op die manier verkeerd wenselijk gedrag te vertonen.