Thema: Filippenzen
“Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis.” (Filippenzen 3:2)
Als er iets is waar wij als mensen altijd gevoelig voor blijven is het dat we onze best proberen te doen. Daar is op zichzelf niets mis mee, maar op het moment dat wij daardoor bij God iets willen verdienen, dan gaat het niet goed. Dan kun je kijken naar mensen die hun zaligheid op die manier willen verdienen, maar je kunt het net zo makkelijk hebben over de manier hoe je door bidden iets tot stand wil brengen door daar eerst goed genoeg voor te zijn. Hoe dan ook, merk je ook in de brieven van Paulus, dat dit een thema is dat heel veel terugkomt.
Er blijken toch telkens weer leraren op te staan die een ander evangelie brengen. Of leraren die terugvallen in een wettische manier van denken en geloven. En soms benoemd Paulus dat op een manier waarbij hij ondubbelzinnig duidelijk is. Zo ook in het derde hoofdstuk in de brief aan de gemeente in Filippi. Hij begint positief, of je zou kunnen zeggen hij begint hoe het geloof zou moeten zijn: “Verblijd je in de Heer”. Die zin betekent niet dat je maar altijd gewoon blij in de Heer moet zijn, maar die heeft alles te maken met dat wat hij daarna schrijft. Je kunt dat verblijden in de Heer heel goedkoop maken en tegen iemand die het moeilijk heeft zeggen dat hij maar blij moet zijn in de Heer, maar dat bedoelt Paulus hier niet.
Verblijden in de Heer is hier vooral dat je blijdschap en dankbaarheid hebt omdat jouw geloof een geloof is van genade en niet van werken om het te verdienen. Tegenover die blijdschap in de Heer zet Paulus namelijk direct hoe het niet moet. En dan doet hij dat op een manier dat je de waarschuwingen eigenlijk onmogelijk zou kunnen missen. In ene zin schrijft hij drie keer ‘let op’. Dat komt eigenlijk verder nergens voor. Paulus die bijna literaire dingen gaat gebruiken in zijn brief. Het zijn niet alleen de drie zelfde woorden, maar waar hij voor waarschuwt heeft hij in het Grieks ook nog eens bewust woorden bij gezocht die met de k-klank beginnen. De honden, de slechte arbeiders en de versnijdenis, die woorden beginnen in het Grieks met een sterke k-klank.
Paulus maakt in alles wel duidelijk hoe hij klaar is met deze dwaalleraren. De woorden zijn al stevig, maar ook het woord dat hij gebruikt voor de besnijdenis die ze preken is ook duidelijk. Ze preken ten diepste versnijdenis, ze slopen met hun leer de gemeente. Ze versnijden de gemeente, door telkens weer te preken dat de besnijdenis en het leven naar de wet als verdienste de weg naar vrede met God is. Het is nog erger, ze hebben eigenlijk helemaal niets begrepen van de hele oude bedeling. Ze preken eigenlijk dat de hele godsdienst van het Oude Testament zaligmakend is, maar dat is hij alleen als je het zicht blijft houden op de Messias Die komt. Zodra men dat niet in het zicht had in de Oude Testament, was elk offer zinloos.
De enige besnijdenis die van waarde is, is de besnijdenis van je hart. Dat je hart open gesneden is om God te dienen door de Geest en dat je roemt in Christus. En roemen in Christus is je verblijden in de Heer. Dan heeft Paulus de cirkel weer precies rond. Niet vertrouwen op het vlees, op je zondige bestaan, maar vertrouwen op Jezus alleen. En Paulus heeft ook iets te zeggen, want als er iemand op zijn ‘vlees’ zou kunnen vertrouwen, dan was hij het wel. Als er iemand was die op basis van wat hij heeft gedaan voor God, recht ergens op had, dan was het Paulus en toch wijst hij dat recht helemaal af. Daar vertrouwt Paulus niet meer op. Ondanks dat hij was besneden, een echte Hebreeër was, de leer van de nieuwe bedeling heeft vervolgd en onberispelijk geleefd volgens de wet. Dat is niet zijn winst, dat is voor hem alleen maar bagger geworden.
Daarom mag Paulus ook deze woorden zo stellig schrijven en zijn afschuw uitspreken over de dwaalleer om op iets te mogen vertrouwen wat een mens zelf doet. Vertrouwen, je fundament is Jezus alleen, zonder iets van ons. Die boodschap moet doordringen. En ja, dat lijntje is maar heel dun, want geloof zonder werken is geen geloof, maar werken voor je geloof is ook geen geloof. Daarom is het gevaar van dwaalleraren zo groot, omdat dit lijntje maar zo dun is.
Gebed: Heer, laat deze waarschuwing altijd met mij mee gaan, zodat mijn geloof nooit op mijn werken gebouwd zal zijn, maar dat de werken uit mijn geloof zullen voortkomen.