Thema: Filippenzen
“Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen.” (Filippenzen 3:8)
Eigenlijk blijf ik nog met iets zitten. Iets waar ik al wel vaker tegenaan ben gelopen en waar Paulus erg radicaal over lijkt te zijn. Ik zou de beginvraag op twee manieren kunnen stellen, maar laat ik deze eerst kiezen: Ben jij wettisch in je geloof? Kijk, we weten allemaal dat wettiscisme de dood in de pot is en dat dit je geloof heel erg verzwakt. Niet voor niets is Paulus er zo duidelijk tegen. Maar de tweede vraag is deze: wanneer ben je nu eigenlijk wettisch?
Wat ik nog wel eens hoor is dat we door het Evangelie vrij zijn en zodra je iemand zou vertellen dat iets moet, dan ben je wettisch en heb je niets van het Evangelie begrepen, want het gaat om relatie en niet over religie. Als je dat op deze manier stelt, dan vraag ik mij af of dit klopt. Betekent dit dan dat er in een relatie helemaal geen afspraken zijn? Je hebt een relatie met je vrouw, maar je mag ook gewoon met een andere vrouw verder? Nee, natuurlijk mag dat niet, want je hebt toch een relatie met je vrouw (of je man)? Dus in een relatie zijn er toch wel dingen die mogen en niet mogen? Is dat dan niet wettisch? Nee, natuurlijk niet, dit heeft gewoon alles te maken met liefde voor elkaar.
Even terug naar je geloof. Betekent het dat als je in Jezus gelooft dat er niets meer moet? Als je het aantal keer dat Paulus tegen een gemeente zegt dat ze iets moeten, telt, dan zou je in dat geval Paulus ook erg wettisch kunnen noemen, want er blijken nog steeds dingen te moeten die bij het geloof horen. Net zo goed als dat Jakobus schrijft dat het geloof zonder werken dood is en daarmee zegt hij dus gewoon dat als je gelooft je ook naar dat geloof en uit dat geloof moet leven. Dan moet je dus barmhartig zijn en je moet gehoorzaam zijn aan de Heer.
Je voelt wel aan dat als er dingen moeten, dat dit niet gelijk wettisch is. God stelt een rustdag in om te genieten en je op Hem te richten, maar zodra je daar iets meer over gaat zeggen zou je al snel wettisch zijn, om maar even een voorbeeld te noemen. Maar eerlijk is eerlijk, als God zegt dat je niet mag stelen, zegt er niemand dat dit wettisch is. Hoe zit het nu wel? Eigenlijk is het niet eens zo erg ingewikkeld en maken wij het waarschijnlijk erg moeilijk. Als Paulus zichzelf beschrijft als iemand die recht zou hebben om een gunst van God vanwege zijn leven en levenswijze als Jood, dan gaat het Paulus om twee dingen.
In de eerste plaats gaat het bij wettische leraren erom dat de offers en de besnijdenis zaligmakend zijn. En het gaat erom dat als je als Jood leeft volgens de regels dat je dan ook de hemel kunt verdienen. Precies deze twee dingen noemt Paulus vuiligheid en schade voor het geloof. Paulus zegt dus niet dat er binnen de relatie met God geen afspraken zijn die Hij met ons heeft gemaakt. Natuurlijk geldt gewoon de wet van het Koninkrijk voor iedere gelovige, maar niet als iets om door gered te zijn. Uit liefde voor Christus en wat jouw redding Hem heeft gekost, wil je toch gewoon doen wat Hij van je vraagt? Dat is niet wettisch en dat is volgens Paulus geen schade voor je geloof en vuiligheid voor je geestelijk leven, want hij wil juist in Christus gevonden worden, alleen niet met gerechtigheid volgens de wet als grond, maar Jezus als grond en de vruchten van geloof als gevolg daarvan. Op grond van onze rechtvaardigheid is het onmogelijk om in Christus te zijn, maar dat je rechtvaardiger wordt door je geloof is een logisch gevolg, want hoe meer je Hem mag kennen, hoe meer je ook Zijn wil zult gaan doen. Zo eenvoudig is het, als je er maar niets mee wil verdienen en Gods wil nog steeds wil kennen om die uit liefde te doen.
Gebed: Heer, help mij om niet krampachtig om te gaan met die dingen die naar Uw wil zijn, geef mij daar gewoon heel veel liefde voor U voor en bewaar mij dat ik iets zou doen om bij U iets te verdienen.