"En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon." (Efeze 4:11 en 12a)
Ondanks dat Jezus Koning is van de kerk betekent dat niet dat Hij als Koning alleen regeert in de kerk. Hij bepaalt wel wat er moet gebeuren en door de Heilige Geest geeft Hij ook leiding aan de kerk, maar hier op aarde heeft Hij de aansturing in zekere zin uit handen gegeven. De bediening van Jezus heeft ligt op de schouders van elke gelovige, maar uit al die gelovigen heeft Jezus ook mensen uitgekozen die Hij een bediening heeft gegeven. Een bediening is iets dat groter is dan de gaven die de Geest aan elke gelovige geeft. Ieder van ons kan op de momenten dat de Geest dat wil wijsheid, kennis en wondermacht ontvangen. Maar om de kerk op aarde aan te sturen heeft Jezus bepaalde mensen een bediening gegeven waardoor er ook leiding gegeven kan worden.
Paulus noemt in de brief aan Efeze vijf bedieningen. Daar is door te eeuwen heen ook heel veel in misgegaan. Er zijn domineeskerken uit ontstaan waar de dominee al het werk moet doen, er zijn bedieningen minder goed uit de verf gekomen en wat nog erger is, is dat er mensen zijn met een bediening die daar hun identiteit van hebben gemaakt. Maar daar zijn de bedieningen niet voor gegeven. Jezus heeft sommigen een bedieningen gegeven om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon. Een bediening in de kerk is dus niet iets dat iemand als taak heeft. Een leraar is geen leraar om leraar te zijn, de bediening van leraar is om heiligen toe te rusten om onderwijs te kunnen geven. Waarschijnlijk moet je dit ook zo zien dat iedere gelovige, uiteindelijk ook meer zal hebben met de ene bediening dan met de andere. Het lichaam van Jezus moet namelijk wel compleet zijn. En zij die leiding geven met hun bedieningen moeten daarmee niet denken dat zij alles zelf moeten doen. Iemand met een bediening moet dus vooral delegeren en coachen, zodat anderen het werk kunnen doen. Alleen op die manier houden we het met elkaar vol.
Paulus zegt dus niet: "Er is iemand met een bediening van leraar en dus moet hij alle spreekbeurten in de gemeente voor zijn rekening nemen." Iemand die leraar is, heeft de roeping om anderen te leren onderwijzen. Dat zal ongetwijfeld zo zijn dat zo iemand in de beginperiode veel onderwijs zal moeten geven om degenen die hij mag toerusten ook onderwijs te kunnen laten geven. Zo gaat dit ook met de andere bedieningen. Een kerk waar enkelen het werk doen is een ongezonde kerk en dat is niet de kerk zoals Jezus deze bedoelt. Het is onmogelijk dat je als gelovige in de kerk geen taak hebt. Je kunt niet alleen consument zijn, je kunt niet alleen op zondag in de kerk zitten en met jezelf bezig zijn en daar tevreden mee zijn.
En we zagen dat net in het voorbeeld van een leraar, maar dat geldt ook voor een evangelist, herder, profeet of apostel. Paulus zegt hier dus ook niet dat we bedieningen moeten samenvoegen. Veel kerken hebben de voorganger, herder en leraar gemaakt, maar dit zijn echt twee bedieningen. Je kunt van een voorganger niet verwachten dat hij het allebei goed kan. En een evangelist in zijn eentje in een wijk, dat is niet hoe Jezus de kerk wil zien. De evangelist geeft leiding aan evangelisatiewerk, maar het werk wordt gedaan door gelovigen die hier gaven voor hebben. Zie je hoe de kerk iets is wat Jezus ons met elkaar laat doen en niet in je eentje. Er branden mensen op in de kerk doordat enkelen het werk van velen doen, maar Jezus wil dat wij met velen het werk zullen doen, dan zullen we met elkaar gezegend worden en je voorkomt dat die enkelen op een voetstuk komen te staan waarop ze een prooi worden van de vijand.
Gebed: Heer, wat heeft U een prachtige visie voor de kerk gemaakt. Wat bijzonder hoe U Uw Koningschap wilt delen en tegelijk ook elke gelovige wil inzetten.