Serie: Wij bidden
“En de HEERE beschikte een grote vis om Jona op te slokken. Jona was drie dagen en drie nachten in het binnenste van de vis. Toen bad Jona tot de HEERE, zijn God, vanuit het binnenste van de vis.” (Jona 1:17-2:1 – HSV)
“De HEER liet Jona opslokken door een grote vis. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis. Toen begon hij in de buik van de vis tot de HEER, zijn God, te bidden.” (Jona 2:1 en 2 - NBV21)
Hoe groot acht jij de kans dat je door een vis zou worden opgeslokt, zonder dat je daarbij beschadigd wordt? Die kans is zo ongeveer nul, denk ik. Hoe groot is dan de kans dat je in een vis bidt en dat deze je ook weer uitgespuugd en dat ook nog eens op het strand doet? Een heel rijtje van toevalligheden dat een beetje te lang is geworden voor een gelovig verhaal. Toch is dat de werkelijkheid van Jona. En ik weet het, er zijn theologen en wetenschappers genoeg die zeggen dat dit verhaal niet werkelijk gebeurd is, maar dat het een beeld is waardoor wij iets zouden kunnen leren.
Als dit verhaal niet echt gebeurd is, kun je je ook wel afvragen wat er dan wel waar is. De gevolgen zijn groot, want in de voortgaande lijn wordt ook de schepping in zes dagen aan de kant geschoven en ga zo nog maar even door. Ik geloof dat Gods Woord waar is, ook op het punt van Jona. Het laat juist zien dat God betrokken is op je leven. Dat er precies op het moment dat Jona overboord wordt gezet een vis is en dat dit ook nog eens een vis is die Jona helemaal naar binnen slikt en dat hij daarin ook nog kan leven, maar dat hij ook door die vis, op Gods bevel op het strand wordt uitgespuugd, dan bewijst God meer dan zijn betrokkenheid op het leven van Jona. En in het binnenste van die vis gebeurt het: Jona bidt.
Je kunt je nog even afvragen: Zou God naar Jona luisteren? Ik zou zeggen: Zou God het niet doen als Hij zo duidelijk Zijn hand in het leven van Jona heeft laten zien door hem tot hiertoe al te redden. Zou God, Die zovaak in je leven aanwezig is geweest, je laten gaan op het moment dat jij bidt? Waarom zou God dan zoveel van Zijn aanwezigheid in je leven hebben laten zien? Kijk zo eens naar het verhaal van Jona. Natuurlijk is Jona fout geweest, maar nu bidt hij. Dat gebed van Jona is nog niet eens een schuldbelijdenis. Hij bidt alleen maar wat hem is overkomen vanaf het moment dat hij in het water terecht was gekomen. Zijn ondergang was een feit.
Als Gods golven over hem heengegaan zijn, bidt hij. Verstoten was hij van voor Gods ogen. Ergens is er nog geloof dat hij God weer zou dienen in de tempel. Wellicht heeft hij veel hoop gehad dat hij het toch nog zou redden, tot hij de strijd moest opgeven en de deuren van water zich sloten. Ik hoor weinig schuld en vragen om vergeving. Helemaal niet. Toch zegt hij in de buik van die vis: “Uit het verderf trok U mijn leven omhoog”. Dat is hoe Jona deze vis ervaart. Het is Gods ingrijpen. En daarom belooft hij dat hij God zal danken zoals hij heeft beloofd. Eigenlijk is het enige van dit gebed dat hij God looft om Zijn redding tot hiertoe.
Wij zouden al snel zeggen: “Het is wel wat magertjes, ik zou eerst maar een erkennen dat je ongehoorzaam was en dat je het anders zal gaan doen”. Toch zorgt dit gebed in de nood van het leven van Jona ervoor dat God voor dat moment er genoegen mee neemt. God is zo genadig. Later krijgt Jona echt zijn lesje nog wel. Nu geeft God de opdracht aan de vis om Jona op de strand te zetten. Hij mag opnieuw beginnen. Zoals Jezus drie dagen en drie nachten in de aarde was, zo is Jona er al een beeld van. Het beeld van opnieuw mogen beginnen in een nieuw leven. Voor Jona nog steeds niet volmaakt, maar toch opnieuw beginnen.
Zo is God, onze gebeden hoeven niet volmaakt en compleet te zijn, God is zo genadig dat als wij ons tot Hem richten, Hij reageert. Zo groot is God en Jona is een voorbeeld voor ons, zodat wij altijd hoop zullen hebben en altijd mogen vertrouwen dat als wij tot God naderen, Hij genadig blijkt te zijn, altijd weer.
Gebed: Heer, ik kom tot U en wil U zeggen dat ik U altijd wil loven en prijzen en aanbidden. U ziet mij en U kent mij en ik ben veilig bij U.