Thema: Kolossenzen
“Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging.” (Kolossenzen 4:2 – HSV)
“Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar.“ (Kolossenzen 4:2 – NBV21)
Soms zeg ik wel eens iets wat ik jaren later nog steeds terugkrijg. Ooit kwam ik ergens binnen voor een pastoraal bezoek en ik vroeg nadat ik het hele verhaal had gehoord over eenzaamheid en veel vragen die het leven had opgeroepen: “Bid u nog wel?”. Ik vroeg dat helemaal niet omdat ik daar nu zo aan twijfelde, maar ik was vooral benieuwd of die persoon de lijn met God open had om alles bij Hem neer te leggen. Kennelijk was het voor deze persoon zo vanzelfsprekend dat diegene bad, dat ik het jaren later nog terugkreeg dat ik deze vraag had durven stellen. Als je nu de brief aan de gemeente in Kolosse helemaal hebt gelezen, zou je dan denken dat deze christenen nog bidden?
Wellicht is die vraag eigenlijk wel heel vreemd, want als je kijkt welk onderwijs dat Paulus heeft gegeven in deze brief, dan is dat niet het onderwijs aan mensen die nog maar net geloven. Het zijn echt wel thema’s voor ‘gevorderde’ gelovigen, zou je kunnen zeggen. Dan kun je ook echt wel aannemen dat het gebed een onderdeel van het leven was. Toch, als Paulus de brief begint af te sluiten is de eerste opmerking in het slot van de brief dat ze moeten blijven bidden. Kennelijk vond Paulus het niet vanzelfsprekend dat dit gebeurde.
Het is misschien ook voor jou de vraag wel even waard: Bid je nog wel? Paulus roept er nadrukkelijk toe op dat je dat moet doen en dat moet je niet zomaar even doen, maar hij wil dat je er waakzaam bij blijft en dankbaar. Nu is dat dankbaar zijn nog wel te begrijpen. Het is logisch dat je gebed ook zeker gevuld is met dankbaarheid. Alleen wat bedoelt Paulus nu met waakzaamheid in je gebed? Hij zegt niet dat je waakzaam moet zijn dat je niet vergeet te bidden. Hij zegt dat je in je bidden waakzaam moet zijn.
Paulus legt hier een directe lijn tussen het waakzaam zijn dat er geen verzoekingen komen waarin je struikelt, en je gebedsleven. Het is wel duidelijk dat Paulus het hier niet heeft over even bidden voor je eten. Het gaat om een intensief gebedsleven, waarbij dat gelijk op gaat met waakzaam zijn. Intensief bidden is ook een vorm van strijden in de geestelijke wereld waarin je waakzaam moet zijn tegen de verleidingen die op je af komen. En daarnaast vraagt Paulus ook om gebed voor zijn eigen situatie. Hij is geroepen om het geheim van Christus te verkondigen, maar hij zit nu wel gevangen.
Dat Paulus dit gelijk meeneemt in zijn gebedsoproep is wel passend bij de waakzaamheid zoals hij deze benoemd. Je merkt wel dat deze vorm van gebed waar Paulus om vraagt is even iets meer dan kort bidden. Het gaat om biddend strijden in je gebed, waarbij je beseft dat je gebed ook een gebed is in de geestelijke wereld. Richt je daar dus ook op want zodra je dat uit het oog verliest is je gebed nog maar weinig krachtig, terwijl dit juist zo nodig is. De vijand is er altijd op uit om ons klein te krijgen en hij is er op uit om het Evangelie tegen te werken. Daarom is de vraag vandaag wel echt van belang: Bid jij nog wel?
Gebed: Heer, help mij om voortdurend en krachtig te bidden, zodat ik niet zal verslappen.