Thema: Gelukkig met de psalmen
“Welzalig wie Zijn getuigenissen in acht nemen, die Hem met heel hun hart zoeken.” (Psalm 119:2 – HSV)
“Gelukkig wie zijn richtlijnen volgen, hem zoeken met heel hun hart.” (Psalm 119:2 – NBV21)
God laat Zichzelf zien in alles wat Hij in de Thora schrijft voor Israël. En daarom volgt er gelijk op de eerste zaligspreking in deze psalm een tweede. Ik denk, dat als je goed leest in de lijn van deze psalm die dus eigenlijk een lofzang is op de Thora van de HEER en dus eigenlijk op Wie Hij Zelf is, dat het woord ‘richtlijnen’ al snel klinkt als regels waar je aan moet voldoen. Omdat de Thora een richtlijn is, kun je het natuurlijk wel vertalen met dit woord, maar er is een betere versie van deze tekst te maken. Ook in de HSV is de tekst niet helemaal optimaal, want dan moet je getuigenissen in acht nemen. Nu is dat woord getuigenis wel weer meer wat zou passen bij het karakter van deze psalmen. Wat is dan het beste?
Het mooiste is misschien wel de letterlijke vertaling van het Hebreeuws. Gelukkig of welzalig zijn degenen die Zijn getuigenissen bewaren. Je merkt in de diverse vertalingen al dat de werkwoorden behoorlijk uiteenlopen. Bewaren, bewaken of behoeden is eigenlijk de echte vertaling. Je zou het dan ook nog anders kunnen vertalen met ‘Gelukkig zijn de bewaarders van Zijn getuigenissen. Als de Thora een verklaring of een getuigenis is Wie God werkelijk is, dan ben je gelukkig als je dat getuigenis bewaard. Of nog sterker, dat je een bewaarder bent van Zijn getuigenissen.
Voor een vrome Jood betekende het houden van Gods geboden en regels dus dat ze daarmee het getuigenis van Wie God is, konden bewaren. Niet in de woorden, maar vooral in wat ze zichtbaar maakten in hoe ze naar Gods bedoeling leefden. Eigenlijk is dat wat wij ook doen als je Jezus’ leven leeft. Dan maak je door je daden zichtbaar Wie Jezus is en daarmee bewaar je dus het getuigenis. Je voelt wel aan dat beide zaligsprekingen in deze psalm heel dichtbij elkaar liggen omdat het er alles mee te maken heeft op welke manier God zichtbaar wordt door te leven naar de regels waarin Hij en Zijn karakter te zien is.
Toch maakt de psalmdichter de zaligspreking nog concreter en completer. Het gaat om het zoeken van de HEER met je hele hart. Dus in het leven volgens de Thora is er ook een actief zoeken naar Wie God is en dat doe je met heel je hart. Je zou dat eens moeten proberen met alleen Gods Tien Woorden. Zoek achter elk van deze Woorden eens Wie God is en wat Hij ermee echt wil zeggen, behalve dat je iets wel of niet mag. Dan ontdek je dat het verbod om andere goden te dienen, niet alleen een verbod is, maar ook juist gericht is op dat je alleen met God leeft Die je alles wilt geven. Hij wil juist niet dat je hulp zoekt bij goden die toch geen hulp zullen bieden. Op die manier kun je met heel je hart zoeken naar het getuigenis van God dat je vindt in wat Hij belangrijk vindt. Waarom mag je niet liegen? Omdat God niet liegt en door en door betrouwbaar is en Hij juist je door zonder leugen te leven wil laten ervaren wat het is om echt te kunnen vertrouwen.
Er zit achter de hele Thora niet alleen een heilige God Die wil dat we luisteren. Het zit een hemelse Vader achter die je het allerbeste wil geven. Het liefst zou Hij je het paradijs geven, maar dat hebben we voor de tijd dat we op aarde leven verspeeld en daarom geeft Hij ons regels die ons zo dicht mogelijk bij dat verlangen van Hem brengen, omdat dit Zijn liefde voor jou is en dat is Wie Hij is. Daarom zoeken wij Hem met heel ons hart, ook in Zijn regels en dan zijn die regels ineens niet meer streng, maar juist een intense beleving van God Zelf.
Gebed: Heer, ik dank U voor Uw getuigenissen en ik wil daar een bewaarder van zijn.