Thema: Veertigdagentijd 2020
"Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn." (Jesaja 53:10)
Lees de tekst van deze keer eens een paar keer goed. Ook wel weer bekende woorden misschien, maar als je er taalkundig naar kijkt, zit in deze tekst een woordspeling die er niet zomaar in staat. Het heeft God behaagd om Jezus te verbrijzelen. God heeft er behagen in gehad om Jezus als het ware helemaal te vernietigen. Dat is de ene kant van de zin, maar aan de andere kant staat nog iets anders. De zin eindigt namelijk met het doel van dit behagen van God: Zodat het welbehagen van de HEER door Zijn hand voorspoedig zal zijn. Jesaja speelt met de woorden behagen en welbehagen. Overigens is het grondwoord in het Grieks precies hetzelfde.
Je zou van achteruit de zin kunnen beginnen met de vraag: Wat is Gods welbehagen. Nu is dat al een niet al te dagelijks woord. Je zou het ook kunnen vertalen met 'genoegen'. Waar heeft God genoegen in? Dan moet je eigenlijk even verder lezen in het volgende vers. Het genoegen van God is dat Hij velen rechtvaardig zal maken. Het is allemaal juridische taal bij Jesaja. Rechtvaardig maken is iemand vrijmaken van veroordeling. Als je dit verder doorvertaald kom je uit op het woord 'vrijspraak'. Het is Gods genoegen ons jou en mij vrij te spreken en opnieuw aan te nemen tot kind van Hem. Het is Gods genoegen dat jij weer volmaakt voldoet aan het beeld van God. Dus dat je in Gods ogen totaal heilig bent. Dat is dan ook gelijk de reden waarom dat een gelovige in het Nieuwe Testament nergens meer een zondaar wordt genoemd, maar een heilige. Als je rechtvaardig gemaakt bent, ben je een heilige in Gods ogen. Dat is Gods genoegen, dat is Zijn welbehagen voor jouw leven!
God heeft een doel gesteld: Jouw complete herstel en de relatie met jou opnieuw aangaan. Dat wilde Hij, al toen het misging in Genesis 3. Dat noemt Jesaja het welbehagen van God, Gods grootste genoegen. De vraag is hoe dat er is gekomen. En ja, dat weet je natuurlijk al lang, daar moest Jezus voor sterven. Toch is dat wel makkelijk gezegd, maar Jesaja gebruikt hier hetzelfde grondwoord voor als het welbehagen dat God heeft gehad in jouw redding. Hij zet er alleen niet het voorvoegsel 'wel' voor, maar hij gebruikt wel hetzelfde grondwoord. Het was Gods behagen om Jezus te verbrijzelen en Zijn welbehagen om jouw rechtvaardig te maken. Dit gaat over de allerdiepste intenties van God. Het gaat om Gods verlangen van Zijn hart. Als er iets is dat je behaagt te doen, dan gaat het om echt iets dat je wilt met alles dat in je is. Hij wilde met alles wat in Hem was Zijn Eigen Zoon verbrijzelen omdat Hij met alles dat in Hem was en meer dan dat, jouw terug wilde. De toevoeging 'wel' voor het woordje behagen maakt duidelijk dat er niveauverschil is in deze twee woorden. Welbehagen is het grootste behagen en om dat te bereiken was er bij God ook nog gewoon behagen, maar wel uit het diepst van Zijn hart.
Jesaja noemt dit alles dan ook nog 'nageslacht'. Door dit alles zal Hij nageslacht zien. Er komt nieuw leven uit voort. Jezus deed het om dat nieuwe leven te geven en dat te laten voortkomen. Dan moet je nog even terug naar het begin van het hoofdstuk over die twijg uit de dorre aarde. God wilde dat het niet bij die ene twijg bleef, maar Hij wilde nageslacht, zodat de hele aarde weer vol zou worden van levende twijgen uit de dorre aarde. Wat een intens verlangen van God was dat.
Gebed: HEER, wat een intens diep verlangen had U voor mij en hoeveel gaf U daarvoor in Uw Zoon.