Thema: Kracht van gebed
"Maar u, wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader, Die in het verborgene is; en uw Vader, Die in het verborgene ziet, zal het u in het openbaar vergelden." (Mattheüs 6:6)
Een vraag die ik je graag zou willen stellen als het om gebed en de kracht van gebed gaat is: "Hoe intiem ben jij met God?" Ik bedoel daarmee te zeggen: "Hoe dicht aan Gods hart ben jij?" Als er iets is dat belangrijk is, is het de intimiteit in het gebed. Als je dat niet hebt, dan bid je hooguit op afstand tot God. En als er afstand is, dan is dat ook een spiegel, want wat is dan de reden dat je op afstand blijft. Het kan betekenen dat er weinig vertrouwen in God als je Vader is, maar het kan ook betekenen dat je God eigenlijk niet als Vader kent, of dat er zonden niet opgeruimd zijn die tussen jou en God instaan. Het is goed om die spiegel dan even voor te houden en daar iets mee te gaan doen. Als de intimiteit in het gebed ontbreekt bid je op afstand, vraag je vaak zonder hoop of verwachting en ontbreekt ook vaak geloof voor een bepaalde zaak. Jezus leert ons, als het over het bidden van een gelovige gaat, intimiteit met God.
Als je Mattheüs 6 leest over dat wat Jezus zegt over bidden, dan maakt Jezus een onderscheid tussen bidden als spreken met God je Vader en praten. En of dat praten dan ook echt bidden is, kun je je afvragen. Jezus trekt telkens in dit gedeelte de lijn tussen de discipelen en de huichelaars en heidenen. Die huichelaars dat zijn natuurlijk de Farizeeën die op de hoeken van de straten staan te bidden en gezien willen worden dat ze bidden. Dat is voor Jezus geen bidden. En heidenen die hun goden aanriepen, deden dat met ongelofelijk veel woorden. Dat is natuurlijk logisch als je tot een afgod bidt die niets hoort en niet kan reageren, dan blijf je praten in de hoop dat die afgod toch nog gaat reageren. Zo moeten wij niet bidden. Jezus zegt niet dat je niet met anderen erbij mag bidden, maar het gaat vooral om je houding, dat het je niet gaat over hoe goed je bidt of hoe goed je je best doet, maar het gaat Hem erom dat je intimiteit hebt met God. Jezus wil dat je vanuit je hart bidt en daarmee ook aan het hart van de Vader komt.
Jezus zegt daarom dat je in je binnenkamer moet gaan. Wij hebben dat nogal eens uitgelegd als ons hart, maar of dat is wat Jezus bedoelt is zeer de vraag. Wellicht was de binnenkamer een stille kamer in iemands huis waar hij in gebed één op één kon zijn met God. Dat wordt versterkt door de aanvulling van Jezus dat je de deur van je binnenkamer dicht moet doen. Dat stille bidden in onszelf is zelfs de vraag of dat een vorm van gebed is die Jezus Zelf veel beoefende. Heel veel christenen hebben moeite met hardop bidden, maar misschien zit dat ook wel in het feit dat wij die binnenkamer waar Jezus het over heeft hebben uitgelegd als bidden in je hart. En natuurlijk, als je in de trein zit, ga je niet hardop bidden, maar bid je in je hart, maar als het gaat om je gebedstijd is het de vraag wat Jezus bedoelt met die binnenkamer. Intimiteit ervaar je daar waar je echt alleen met God kan zijn als je Vader. Trek je terug en zoek een plaats waarin je echt alleen met God bent en je je hart echt kunt delen. En in die binnenkamer bid je tot je Vader! Is het je opgevallen dat Jezus in het hele stuk nergens zegt: "Tot God je Vader"? Hij heeft het ook niet over "Zijn Vader". Hij heeft het telkens over "uw Vader". Je Vader ontmoeten doe je op een plek waar je alleen bent met Hem en waar Hij jou persoonlijk aandacht kan geven.
Gebed: Vader, leert U mij meer en meer intimiteit met U zoeken en vinden, zodat ik in alle rust en veiligheid mijn hart met U kan delen.