"Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe slaaf, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer." (Mattheüs 25:21)
Er komt een moment dat Jezus terugkomt. Het moment dat Hij afrekening houdt. Dat klinkt heel negatief, maar dat is het natuurlijk niet. Tenminste niet voor trouwe dienstknechten. Al zullen we misschien zelf nooit zeggen dat we zo trouw zijn, maar al te vaak struikelen we nog. Maar als Jezus straks kijkt wie er in Hem geloofde en wie er dan ook voor Hem leefde. Wie met de juiste intentie leefde. Jezus zegt hier overigens niet dat er gelovigen zullen zijn die als dwaze meiden buiten zullen blijven. De intentie van de wijze meiden en de intentie van de slaven die met hun talent woekeren, dat zijn vruchten van het geloof.
Je al of niet leven voor Jezus is eerder een graadmeter. En nee, kijk uit dat je niet zo naar perfectie streeft zodat je altijd blijft twijfelen, dat is niet de bedoeling van de woorden van Jezus. Maar Hij maakt wel duidelijk dat er fundamenteel onderscheid is tussen zij die hun leven geven voor het Koninkrijk en zij die slechts Jezus nodig willen hebben om maar in de hemel te komen. Die laatsten hebben uiteindelijk ook Jezus niet nodig, maar willen alleen de hemel bereiken en als er een andere route zou zijn, dan willen ze die ook nog wel nemen.
Maar dan komt het moment dat Jezus terugkomt. Dat is het moment in de gelijkenis dat Jezus zegt dat de heer terugkomt en afrekening gaat houden met zijn slaven. Weet je wat het bijzondere is van het Koninkrijk van Jezus? Het gaat wel om Hem en het Koninkrijk, wij moeten niet bezig zijn met wat wij er voor terugkrijgen. Jezus is ons alles! Maar de andere kant is ook waar: Jezus is wel een Koning Die Zijn onderdanen overlaad met zegeningen als ze voor Hem willen leven. Uiteindelijk is de uitbetaling enorm. Niemand zal straks zeggen dat hij te weinig heeft ontvangen. Want hier op aarde waren we over weinig getrouw, en zo voelt het soms ook echt, maar we zullen over veel gezet worden.
En het is opmerkelijk dat de heer in de gelijkenis niet zegt dat ze meer hadden moeten doen. Het feit dat ze getrouw zijn geweest, ook al was het maar over weinig, dat maakt dat ze over veel zullen worden gesteld. De gaven die Jezus je geeft, dat is nooit teveel om getrouw over te zijn. Het is eigenlijk maar weinig, maar je zult uiteindelijk er veel voor krijgen. Uiteindelijk in de eeuwigheid krijgen we onze plaats terug als koningen over de aarde. Maar ook nu geldt al dat als je getrouw bent in de kleine dingen, je verantwoordelijkheid zal toenemen. Dat is een wet in het Koninkrijk.
Soms heb je het gevoel dat je maar zo weinig betekent, maar als jij je uitstrekt naar dat weinige, zal Jezus je ook steeds meer verantwoordelijkheid geven. Die kleine en weinige dingen zijn opstapjes naar grotere dingen. Maar als je niet getrouw bent, dan kan Hij je ook niet over meer aanstellen. Wat een vertrouwen heeft Jezus in je, als jij je trouw laat zien.
Gebed: Heer, ik wil echt trouw zijn, ook in de kleine dingen, zodat U mij ook weer over grotere dingen kunt zetten. Zo wil ik bouwen aan meer van Uw glorie.