"Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was. Daarom ook is het hem tot gerechtigheid gerekend." (Romeinen 4:21 en 22)
Nog even ene keer stilstaan bij vader Abraham. Het is wel duidelijk dat het bij Abraham niet door de besnijdenis of door het toevertrouwen van de wet is gekomen dat hij een vader is van alle gelovigen. De wet toornt alleen maar en de besnijdenis was een gevolg van zijn geloof en vertrouwen op God. En als dit had meegedaan, had Abraham nooit de vader van het geloof kunnen zijn voor ons. Maar het is gisteren duidelijk geworden dat hij dit wel is. Maar als hij dit dan is, dan is het goed om nog even te kijken naar Abraham op welke manier wij van hem iets kunnen leren, voordat we naar hoofdstuk 5 gaan.
De woorden van Paulus over Abraham lijken wel wat af te wijken van wat we in Genesis lezen over Abraham. Immers greep Abraham voor uit op de belofte van God door bij Hagar een zoon te verwekken. Toch schrijft Paulus hier dat Abraham niet twijfelde aan Gods belofte. Hij is dan wel zelf gaan werken op een verkeerde manier, maar blijkbaar kunnen we de conclusie trekken dat Abrahams geloof in de belofte op zichzelf er altijd is geweest. Want dit noemt Paulus als kenmerk van vader Abraham: Hij was er ten volle van overtuigd dat God machtig was te doen wat beloofd was. En juist dit is hem tot gerechtigheid gerekend. Het ging niet zozeer om letterlijk het verzoeningswerk van Jezus, maar het raakt veel breder de zekerheid van de vervulling van de belofte. Wij kunnen in de kerk nogal eens een beperking aanbrengen in geloof, alsof het alleen zou gaan om vergeving van zonden. Abraham laat ons in zijn context iets heel anders zien.
Abraham laat ons zien dat hij God op Zijn Woord gelooft. En natuurlijk zit in de belofte van het nageslacht ook de belofte van de Messias. Misschien juist daarom wel kon hij werkelijk geloven dat God Zijn belofte wel echt moest vervullen, ondanks dat alle logica daarin ontbrak. Maar God is machtig om te doen wat beloofd was. En dat geloof in God, in Zijn onvoorwaardelijke macht en kracht, dat maakte het verschil in het leven van Abraham en daardoor werd hem de gerechtigheid toegerekend en de zonden bedekt.
God is machtig om te doen wat beloofd is. Ten diepste is dat echt geloof als we daar aan vasthouden. Natuurlijk de belofte van verzoening door Jezus en dat God straks ons uiteindelijk een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal geven, al begrijpen we er helemaal niets van hoe dat ooit kan. En toch geloven omdat God het beloofde. Maar ook heel concreet voor ons nu. De laatste tijd houdt ziekte en genezing mij heel erg bezig. Jezus zegt: Geneest de zieken en geeft er beloften bij dat als wij bidden en de handen opleggen dit werkelijk zal gebeuren. En zo heeft God voor de tussentijd waarin wij leven zoveel beloften gegeven. Volgen wij dan Abraham in zijn onvoorwaardelijk geloof in Gods beloften?
Gebed: Vader, Uw beloften zult U vervullen en wat U ons heeft beloofd wil ik aan vasthouden. Dank U wel dat U ons zoveel houvast geeft in Uw beloften. Alles wat U zegt zult U vervullen.