"Daarom zijn zij voor de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden." (Openbaring 7:16)
Gisteren werd duidelijk dat degenen die uit de grote verdrukking komen een ontelbare menigte is die voor de troon van het Lam staan. Als je leest wat ze daar doen, dan raak je onder de indruk van hun intense en voortdurende manier van aanbidding. Ze aanbaden God, alle heerlijkheid, eer, glorie, alle dankzegging, alles is voor Hem die op de troon zit. En ze staan daar in wit gemaakte kleren. Ze hebben hun kleren wit gemaakt in het bloed van het Lam.
En dan staat er: Daarom zijn zij voor de troon. Ik gaf zojuist catechisatie en daar ging het over het oordeel en over de hemel. Ik kreeg de vraag: 'Zullen we daar in de hemel dan alleen maar zingen voor God en dat eeuwig?' Hoewel ik denk dat we straks op de nieuwe aarde ook andere dingen zullen doen, vroeg ik: 'zou iemand van jullie eeuwig willen zingen voor God? Er werd echt even apart gekeken. Maar in dit gedeelte blijken degenen die uit de grote verdrukking komen, dit wel te doen. En ze hebben ook hun kleren wit gewassen in het bloed van het Lam. En daarom staan ze nu dag en nacht voor de troon van Jezus.
Ze komen uit de grote verdrukking, dat is al reden genoeg om te aanbidden dat ze hebben volhardt in geloof. Maar ook dat hun vuile kleren, vuil van de zonden, wit gewassen zijn is een reden om zo intens te aanbidden voor Gods troon. Want dat ze hier staan betekent heel veel. Ze staan hier nu als verlosten, ik denk dat dit heel duidelijk is. Ze staan in de hemel voor de troon. En na alles wat ze hebben meegemaakt op aarde, weten ze dat Jezus Zich nu helemaal over hen ontfermt.
Nooit meer zullen ze honger of dorst hebben, geen zonnesteek of hitte zal hen meer treffen. Wellicht zeggen deze beelden iets over de laatste tijd op aarde. In ieder geval, hoe erg het ook geweest is, er komt na die tijd een periode van eeuwige rust. En alle pijn die geleden is, daarvan zal Jezus Zelf de tranen van hun ogen afwissen. Ik weet niet hoe zwaar het nog gaat worden en ik weet ook niet wat wij nog gaan meemaken, maar hoe erg het laatste van de tijd ook zal zijn, dit is wel zeker: Uiteindelijk zal er een beloning zijn die ons verstand ver te boven zal gaan. En daarom zullen we dag en nacht het Lam op Zijn troon aanbidden.
Is dat aanbidden dan een straf? Dat zal het zeker niet zijn, het is de beloning voor het geloof waarin we volharden. Wat een tijd zal dat zijn, dat we eindelijk, na alle moeite en pijn Thuiskomen en eeuwige bescherming zullen krijgen. Dat zegt niet dat het makkelijk zal zijn, maar wel dat er iets op ons ligt te wachten dat we met geen woorden kunnen beschrijven. En dat omdat de zonde is afgewassen en we wit en rein voor Hem mogen staan.
Gebed: Jezus, ik heb mijn kleren door geloof wit gewassen in Uw bloed en straks zal ik eeuwig U grootmaken en aanbidden. Wat een vreugde zal dat zijn.