"En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand." (Openbaring 4:2)
Er gebeurt in de hele wereld erg veel dat vragen oproept. Wat daar ook telkens een rol bij speelt is de vraag naar het einde van de wereld. En ik geloof dat we hier nooit echt helemaal inzicht in zullen krijgen. Het moment dat Jezus terug zal komen is alleen bij God de Vader bekend en verder bij niemand. We kennen wat voorwaarden waaraan voldaan moet worden, maar dan nog is het lang niet allemaal even duidelijk. De komende tijd zullen we nadenken over het boek Openbaring. Vorig jaar hebben we de hoofdstukken 2 en 3 al besproken. We zullen daarom nu verder gaan bij hoofdstuk 4. Vanaf dat moment gaat God ons iets laten zien over de toekomst.
We moeten ons bewust zijn, dat welke eindtijdtheologie we er ook op nahouden, we altijd punten zullen tegenkomen waar we niet uitkomen. Wel is het duidelijk dat God ons het boek Openbaring heeft gegeven om aan Zijn dienstknechten de dingen te laten zien die spoedig moeten geschieden. Met deze woorden opent Johannes boek Openbaring. Alles wat in de tijd tussen hemelvaart en de wederkomst van Jezus gebeurt zijn dingen die dus met haast gebeuren. Er zit dus wel degelijk haast op de komst van Jezus. Het is ook geen uitstel, maar het is hooguit Gods geduld waardoor nog niet alles is vervuld wat in Openbaring staat beschreven.
Als je het boek Openbaring goed tot je laat doordringen dan ril je soms bijna van angst. Het is meer dan extreem wat er aan beelden wordt beschreven, het is vaak meer dan gruwelijk wat er nog staat te gebeuren. Tegelijk is het ook heel lastig om alles precies te kunnen duiden. Openbaring is ook geen chronologisch boek. Als je er zo naar wilt kijken, loop je vast. Dan komt de val van satan uit de hemel, midden in de eindtijd.
Toch zit er wel echt een begin en een eind aan de profetie. Een profetie die niet bedoeld is om mee aan het rekenen te gaan, maar een profetie die wellicht als waarschuwing aan ons is gegeven, maar vooral ook een troost om te weten dat niet alles ongecontroleerd gebeurt, wat er gebeurt.
We krijgen aan het begin van dit hoofdstuk niet gelijk gevaarlijke en gruwelijke beelden te zien. God geeft ons in Zijn genade eerst nog een troostvol beeld. Voordat God aan Johannes gaat laten zien wat er staat te gebeuren, krijgt Johannes eerst een krachtig beeld. Nadat Jezus de laatste woorden aan de zeven gemeenten van Klein Azië heeft doorgegeven aan Johannes lezen we dat Johannes een deur in de hemel geopend ziet. En hij ziet dan niet alleen een deur. Als hij verder kijkt ziet Johannes ook een troon. In de hemel staat een troon. En die troon is geen vacante troon, maar het is een troon waar Iemand op zit.
Wat er ook gaat gebeuren op het wereldtoneel, wat er ook nog gaat komen, er is één ding heel duidelijk: Er wordt in de hemel geregeerd. Het is niet een machteloze situatie waarin de wereld terecht komt. De kerk van Jezus Christus is geen machteloze kerk, maar een kerk die staande zal blijven omdat er Iemand op de troon zit!
Gebed: HEERE, ik dank U voor dit troostvolle en geruststellende beeld van de troon in de hemel. Er wordt geregeerd en het zal U niet uit de hand lopen.