“En zij begonnen vrolijk te zijn.” (Lukas 15:24b)
”… en wilde niet naar binnen gaan.” (Lukas 15:28b)
En dan het slot. En misschien ben je geneigd om dit over te slaan, of om te zeggen dat de ene welkom is en de ander niet. Maar dit slot is het grote verlangen dat in alle drie de gelijkenissen in Lukas 15 doorklinkt. En zeker in deze gelijkenis gaat het om het verlangen van de vader die vrolijk wil zijn met zijn beide zoons. Jezus is er in deze gelijkenis op uit om duidelijk te maken dat goddeloze zondaren en nette vrome kerkmensen allebei het verlangen van God de Vader zijn dat ze bij Hem aan tafel zitten.
En misschien heb jij heel veel voorwaarden voordat je echt vrolijk mag zijn met God. Als je dat al mag, want vrolijkheid en heiligheid strijden voor sommige oudste zonen zodanig met elkaar dat ze daarom niet in de vrolijkheid van het Vaderhuis willen binnengaan en liever op de akker blijven. Maar jij bent uitgenodigd om onvoorwaardelijk te geloven dat het Gods grote verlangen is om met jou feest te vieren. Dat verlangt de vader in deze gelijkenis. Hij wil leven met zijn beide zoons om hem heen. En Jezus is de Deur en daarmee ook de enige toegang tot het Vaderhuis. Ga binnen, want de Vader ziet uit naar jouw aanwezigheid.
De andere kant is ook waar. God de Vader verlangt ook jongste zoons in Zijn nabijheid en Hij wil ook met de grootste van de zondaren die door Jezus binnenkomen feestvieren. En uiteindelijk is er maar ene vraag over: Wil jij vrolijk zijn en feestvieren bij God. En let er op dat ze begonnen om vrolijk te zijn. Het echte uitbundige komt nog, maar hier op aarde wil God al vrolijk zijn met jou. En het maakt niet uit waar je vandaan komt, of je van de akker komt of bij de varkens vandaan, de Vader staat op allebei te wachten.
En als je ondertussen bent binnengegaan en het misschien al heel lang geleden was dat je bij de varkens zat of op de akker je dienstwerk liep te doen, dan is er één ding dat de Vader je vandaag wil zeggen: “Ik wil vanaf vandaag, elke dag beginnen om vrolijk te zijn met jou.” Ingaan in de vreugde van God begint niet pas straks, maar daar wil God nu al aan beginnen.
Dus als jij zegt: “De varkens en de akker, beide wil ik niet meer, ik wil door Jezus genade kind zijn omdat ik kind ben, vier dan vanaf vandaag elke dag het feest met je Vader in de hemel. Hij verlangt er naar, niet om je zondaarsgezicht te zien, want zo ging de jongste zoon niet mee naar binnen, sterker nog, dat wuifde de vader zelfs weg, en Hij verlangt er ook niet naar dat je stuurs zit te kijken, maar dat je vanaf nu en voortaan begint om vrolijk te zijn.
Ze begonnen feest te vieren, omdat de Deur met Zijn armen opstond en iedereen die door Jezus naar binnengaat, viert vanaf vandaag feest. Geen bedrukte gezichten, geen somberheid, want in Christus ben je kind van de Vader en viert de Vader Zijn feest met jou.
Gebed: Vader, vanaf vandaag wil ik elke dag vrolijk zijn en feestvieren met U, dan wordt Uw verlangen vervuld en wandel ik in mijn bestemming.