"Elke plaats die uw voetzool betreedt, heb Ik u gegeven, overeenkomstig wat Ik tot Mozes gesproken heb." (Jozua 1:3)
Opstaan in geloof begint het mee. Opstaan omdat God zegt dat de tijd is gekomen om het land dat Hij had toegezegd in te gaan nemen. En de tekst die dan volgt, houdt mij al lange tijd bezig. Jozua zit in de woestijn, met de Jordaan voor zich en wie beter dan hij weet welke inwoners er in het land wonen. En natuurlijk had hij geloofd dat God bij machte zou zijn om dit volk daar binnen te brengen. Juist door dat geloof was hij overgebleven terwijl de rest van het volk in de woestijn was omgekomen. Maar nu staat hij voor het land en God zegt tegen hem: "Sta op en steek de Jordaan over". En dan het woord dat volgt.
Het meest onbegrijpelijke woord wat dan volgt, is ook voor ons een onbegrijpelijk woord. Als het dan gaat over het land van vrijheid, als het gaat over leven in vrijheid door genade, is dit woord dat Jozua krijgt voor Israël, ook ons woord van Jezus om hier op aarde als kind van het Koninkrijk te leven: Overal waar jij je voeten zult zetten, daar zul je het land innemen.
Wat zou Jozua gedacht hebben? Dat zijn woorden van overwinning, waar eigenlijk ook de gedachte in doorklinkt dat Jozua er niets voor hoeft te doen. Vechten is eigenlijk niet eens nodig. Het zijn woorden waarbij blijkt dat de overwinning al een feit is en hij met het volk alleen maar zijn voeten hoeft te zetten op het land. Het land is al overwonnen, ze moeten het zichzelf alleen nog toe-eigenen. Klinkt dat niet erg makkelijk?
Verderop zegt God ook nog dat er niemand zal standhouden tegen dit volk. Tenminste, er zit nog wel een voorwaarde aan deze overwinning. Wijk niet af van de waarheid van Gods Woord, wijk niet af van Zijn geboden. Op dat moment dat het volk dit doet, dan zal de overwinning niet eens meer behaald hoeven te worden, dan zullen ze het eigenlijk in de schoot geworpen krijgen. Dan hoeven ze alleen maar hun voet op het land te zetten.
En toch blijft dit woord een bijzonder woord. Ik merk hoe dit mij blijft bezighouden. Elke vijand die zich namelijk verheft tegen hen die in Gods weg gaan, elke tegenstand die zich opzet tegen God en Zijn Koninkrijk, tegen Zijn kinderen en hun vrijheid wordt overwonnen, niet door heel veel strijd, maar door in gehoorzaamheid aan Gods Woord je voeten te zetten op elke vijand in de geestelijke strijd om het land van vrijheid in te nemen.
Als jij niet in je vrijheid kunt komen en de genade niet werkelijk vrijheid en vol kan stromen, dan wordt het tijd dat je je het land inneemt door er in geloof je voet op te zetten. Er is een land, vol vrijheid, waaruit je nu al mag leven. Op dit moment vraagt God alleen maar om te geloven dat de vrijheid je al gegeven is en dat je het alleen maar inneemt. En elke macht die zich verheft tegen deze overwinning hoeven we alleen de naam van Jezus maar voor te houden. De overwinning is ons gegeven.
Gebed: Almachtige God, in Jezus is ons de overwinning gegeven. Jezus overwon elke tegenstand en wij mogen onze voeten zetten op het land dat we innemen. Overal waar wij in dit geloof komen, zal de overwinning een feit zijn en zal het Koninkrijk van U zichtbaar zijn. Dat wil ik geloven.