"Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen." (Johannes 1:11)
Als je deze tekst zo leest, dan is deze tekst vol veroordeling. En tot op zekere hoogte is dat ook wel zo. Want deze tekst heeft enerzijds alles met afwijzing te maken. Niemand beter dan Jezus weet wat afwijzing is. Toch zit er vooral ook aan deze tekst, en eigenlijk aan dit hele gedeelte, ook nog iets heel anders. Over dat aannemen zullen we het morgen wel hebben. Nu wil ik eerst stilstaan bij wat in dit begin van de beschrijving van het Evangelie door Johannes wordt benadrukt.
Wat Johannes hier eigenlijk begint te beschrijven, lezen we in de andere drie Evangeliën niet. Helemaal niet zelfs. Johannes begint ons te vertellen dat het Woord in de hemel een lichaam heeft gekregen. En dat Woord in de hemel dat werd een lichaam en het heeft onder ons gewoond. Maar nog veel bijzonderder is dat Johannes ons even meeneemt naar het begin. Hij zegt: "Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, er is niets dat niet door het Woord is gemaakt." Dit is rake taal, want dit betekent nogal niet wat. Jezus was dus in de hemel en Hij heeft alles geschapen.
We lezen in Genesis dat God sprak en het was er. De Sprekende is dus Diegene die een lichaam kreeg en onder ons heeft gewoond. Het gaat hier overduidelijk over Jezus. Jezus kwam onder ons wonen, maar dieper gezien is er meer aan de hand. Met dat Jezus naar deze aarde kwam om hier te wonen en om hier op aarde alles tussen God en ons in orde te maken, kwam dus de Schepper Zelf naar de aarde. Want alles is door Jezus gemaakt.
Ik weet niet hoe jouw leven er op dit moment uitziet, maar met alles wat er in jouw leven speelt en wat niet op orde te krijgen lijkt, daar is God Zelf, de Schepper naar deze aarde gekomen. Het Scheppende Woord heeft een lichaam aangenomen om onder ons te komen wonen. Hij is naar dat wat van Hem was toegekomen om het te herstellen. En wie beter dan Jezus, het Scheppende Woord zelf ken jou specificaties? Hier moet je eens even over nadenken...
Dit betekent heel wat. Want hoe erg het er ook met jou aan toe is, hoe misschien alles in je leven in puin ligt en onzeker is, elke onderdeeltje van jouw bestaan, daarvan weet Jezus precies hoe het zou moeten functioneren. En wie beter dan Hij kan herstellen wat door de zonde onvolmaakt is geworden. Misschien tob je met relaties, je relatie met God, misschien wel met afwijzing of andere dingen. God is in Jezus, Zelf naar de aarde gekomen. Niet alleen om je zonden te kunnen vergeven, maar ook om je te herstellen.
Zo komt Jezus naar jou toe. En dan zijn er die Hem niet hebben aangenomen. De Zijnen, dat is eigenlijk iedereen. Want door de schepping zijn we allemaal van Hem. En nu is Hij gekomen, staat Hij voor je en zegt: Wat wil jij met Mij doen? Neem jij mij aan?
Gebed: Lieve Heere Jezus, U bent het Die mij maakte. U bent het die mij door en door kent. Elk onderdeeltje van mijn bestaan is door Uw woord gemaakt. U weet wat er in mijn leven om herstel roept. Ik wil U aannemen, U omhelzen.