"De HEERE sprak tot Mozes: Gebied de Israëlieten en zeg tegen hen: Wanneer u het land Kanaän binnenkomt, zal dit het land zijn dat u als erfelijk bezit toevalt." (Numeri 34:1 en 2)
Het einde van de woestijnreis lijkt ondertussen in beeld te komen. God heeft ondertussen voorschriften gegeven wat er met het beloofde land moet gebeuren. Voor Israël geldt dat ze alle inwoners uit het land moeten uitdrijven en elke inwoner die achterblijft zal later een doorn zijn in hun ogen en prikkels in hun zijde. En misschien klinkt dit eigenlijk wel heel erg grof. Dat doe je toch niet? Maar er zit nog iets achter waardoor het minder vreemd is, maar als we de lijn doortrekken ook troostvol is. Want God zegt er namelijk heel duidelijk iets bij.
Het land waar Israël straks naar binnen mag gaan is niet zomaar een willekeurig land. Het is geen land dat zomaar uit de lucht kwam vallen of een plaats waar God van dacht: daar breng ik het volk maar eens naar toe. Het gaat hier om het land dat God aan Abraham al beloofde. Daarom zegt God hier dat dit land hun erfelijk bezit is. En de woorden die erbij genoemd worden: dit land zal hun daarom toevallen. Daar zit geen enkele verdienste achter. Het enige waarmee je dit kunt aanvaarden is met geloof. Israël heeft vanwege de erfenis door Gods belofte aan Abraham recht op dit land. En dat recht is een recht dat hen toevalt.
Ik weet niet hoever jij bent op je woestijnreis en ik weet ook niet hoever de mijne is gevorderd, maar ik wil je wel meegeven dat het land waarnaar je op weg bent, een land is dat je als een erfenis zal toevallen. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde is niet een plaats waarvoor je iets moet verdienen. Slechts door geloof zul je straks over de grens gaan van het Beloofde Land. En het enige dat je er mee moet doen is het je erfelijk laten toevallen. De dood van Jezus maakte jouw tot een erfgenaam van het eeuwige leven.
En hoe dat dan zit met dat opschonen van dat land? Dat zal straks hier op aarde gebeuren op een manier waarbij het land Kanaän maar een zwakke afspiegeling is. Israël, Gods volk, moest elke inwoner uitdrijven of ombrengen, maar straks zal Jezus komen met eer en heerlijkheid en de gelovigen zullen met Hem als koningen heersen op de nieuwe aarde. En voor die tijd zal deze aarde gezuiverd worden met vuur. En de reden is dezelfde als hier bij het volk Israël. God wil niet dat er onheilige dingen zullen achterblijven waardoor het voor ons straks een doorn in onze ogen zal zijn.
Gods eeuwige toekomst die als een erfenis voor ons is weggelegd door het geloof, zal een erfenis zijn waarin geen doorn voor onze ogen meer over zal blijven. En straks als wij over de grens gaan en alle ongeloof in de woestijn is achtergebleven, gaan wij een land in, waarin je nooit meer herinnert worden aan wat was, maar ook geen enkele zonde zal meer vat op ons kunnen krijgen.
Gebed: HEER, straks heeft U voor mij een toekomst in een land dat geheel schoongemaakt is van ongerechtigheid en dat land krijg ik zonder dat ik er iets voor deed. Het zal mij erfelijk toevallen. Zomaar, in de schoot geworpen, verdiend door Jezus!