Thema: God is…
“God is zeer geducht in de raad van de heiligen en ontzagwekkend boven allen die Hem omringen.” (Psalm 89:8)
Welke gedachten krijg jij bij een uitspraak dat God geducht is? Er zit misschien wel iets beangstigends in. Iets van ‘pas op voor God’. Iets dat angst inboezemt en dat er voor zorgt dat je maar zo goed mogelijk moet proberen te leven, want God is geducht. Je zou het ook nog kunnen vertalen met ‘God is zeer te vrezen’. Ook dan zal het gevoel niet veranderen bij deze vertaalkeuze. Het zou ook kunnen dat je zegt: “Nou Theo, zo langzamerhand is het wel goed met die zware en negatieve woorden die bij God horen”. Ik begrijp dat wel ja, maar ik kan er ook niet veel aan doen dat deze woorden nu eenmaal door God in de Bijbel zijn gezet. Toch is het begrip ‘geducht’ nog niet zomaar even uitgelegd. Dit geducht zijn van God heeft namelijk geen betrekking op ons.
Als je Psalm 89 leest ontdek je dat God wordt beschreven als de Allergrootste. Niemand kan zich met Hem meten. Dat zijn geen onbekende klanken, zou je kunnen zeggen. En dan ineens, om het duidelijk nog te versterken staat er dat God geducht is. Alleen niet geducht onder koningen of mensen, Hij is geducht in de raad van de heiligen. En daarmee is deze tekst een bijna niet uitlegbare tekst geworden. Dat dit zo onuitlegbaar is heeft te maken met het grondwoord dat hier wordt gebruikt in het Hebreeuws. Dit woord kom je namelijk verder nergens tegen. Eigenlijk bestaat het uit twee woorden, waarvan het eerste woord vertaald wordt met ‘raad’.
Ga je kijken hoe vaak dat gedeelte van het woord voorkomt in de Bijbel dan kom je op 21 keer. Ga je dan kijken naar de Griekse vertaling (de eerste vertaling naar een andere taal van het Oude Testament), dan ontdek je dat het Grieks hier maar liefst twaalf verschillende woorden gebruikt. Het laat wel zien dat het woordje ‘raad’ nog niet eens zo heel zeker is. Vervolgens is er dan ook nog het tweede woord waarbij het om een raad van heiligen zou gaan.
In die tijd waren de heidenen ervan overtuigd dat de goden in de hemelse gewesten een raad hadden die hen ondersteunden bij het uitvoeren van hun taak. Je kunt je afvragen of dan deze tekst daar een uitvloeisel van is, of dat deze raad een voorbeeld is geworden voor de heidenen. Wel is duidelijk dat er een aantal aartsengelen zijn die een grote rol hebben in de hemelse gewesten. Daarnaast is later, na de Hemelvaart van Jezus ook duidelijk dat Jezus in de hemel inspraak heeft in de besluiten van God.
Alles bij elkaar neigt het ernaar dat deze raad van heiligen een raad was van aardsengelen en wellicht Jezus, die God raad gaven. Zeker ook omdat ze God omringen. Dan zou ook ineens duidelijk zijn hoe het met die zeven engelen van de zeven gemeenten zit. Als je deze videoserie van ons volgt, weet je dat we daar ook hebben gezegd dat dit waarschijnlijk engelen zijn die God bijpraten over wat er in de gemeente werd gedaan. En dan zegt deze psalm: “God is daar geducht”. Men vrees God om Wie Hij is. Niet angstig, maar wel met een houding van ontzag. En zo is God wel groter dan wij bedenken en is ontzag ook niet negatief. God is ook veel groter en heeft ook alle macht. Het is alleen geen angstig ontzag, maar het diepe besef dat God echt niet met Zich laat spotten. En als dat daar bij die heiligen al zo is, die nooit bang hoeven te zijn, mag er bij ons dan ook iets van dat ontzag zijn?
Gebed: HEER, U bent al ons ontzag waard omdat U de Allerhoogste bent.