Thema: God is…
“De een riep tot de ander: Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten; heel de aarde is vol van Zijn heerlijkheid!” (Jesaja 6:3)
Wat is jouw eerste reactie bij de karaktereigenschap ‘heilig’ van God? Het is nog niet zo eenvoudig om te zeggen wat dit nu precies is. God is heilig, dat lezen we op heel veel plaatsen. De engelen in de hemel bezingen het voortdurend en ook als Jesaja wordt geroepen en hij het visioen ziet van de tempel waar God op Zijn troon ziet, roepen de engelen uit dat God heilig is. Het valt ook op dat dit vaak meerdere keren achter elkaar gebeurt. Heeft de heiligheid van God met zuiverheid te maken? Dat is wel het gevoel dat we er vaak bij hebben. Ook iets als verhevenheid heeft er dan mee te maken.
Als je kijkt naar het woord heilig, is het dat eigenlijk allemaal niet. Heilig betekent in de eerste plaats iets van ‘afgezonderd’. Als het over je leven als christen gaat hebben we de opdracht om heilig te zijn. Dat betekent dat je afgezonderd bent van de wereld. Het gaat bij het woord heilig vooral over het totaal anders zijn. De bekende theoloog Karl Barth zegt van God dat Hij de gans Andere is. Misschien is dat wel de beste manier om Gods heiligheid te beschrijven.
God is van een andere, totaal volmaakte orde. Hij is totaal anders. En in deze heiligheid, in dit totaal anders zijn, zitten altijd die eigenschappen waarvan je het gevoel hebt bij het woord ‘heilig’. God is zuiver, almachtig, Hij is zo verheven dat je het eigenlijk geen woorden kan geven. Juist omdat Hij anders is. Als wij al enigszins zuiver zijn in onze bedoelingen, dat is God daarin nog zo heilig anders.
Gods volmaaktheid is er omdat Hij heilig is en Hij is heilig en daarom is Hij volmaakt. Als je doordrongen raakt van Gods heiligheid, dan begrijp je waarom de engelen bij Jesaja het ‘Heilig, heilig, heilig’ uitroepen, maar dan begrijp je ook waarom Jesaja niet meer weet waar hij het moet zoeken. Hij roept niet voor niets uit ‘Wee mij, want ik ben een man van onreine lippen’. Hij beseft dat Gods heiligheid te groot is voor iemand die niet altijd waarheid spreekt. En daarom is hij bang om te vergaan.
Nu klinkt dit vooral heel zwaar, zeker als je Gods heiligheid betrekt op Zijn volmaaktheid en zuiverheid, maar Gods heiligheid moet je ook betrekken op Zijn genadigheid en barmhartigheid, want ook daarin is Hij volmaakt en totaal anders dat wij. En ja, dat klaagt ons ook op die eigenschappen aan, omdat we niet zijn zoals Hij, maar tegelijk is dat juist ook weer een bemoediging voor ons. Juist omdat Zijn barmhartigheid en genadigheid niet is zoals wij zijn, gaat het ook veel verder en stopt het niet waar het bij ons stopt.
Het is goed om onder ontzag te komen van Gods heiligheid en te beseffen dat God echt zoveel meer is dan wij, zoveel verhevener is. En dat ontzag voor Hem maakt ons klein en laat ons geloof in wat bij God mogelijk is groeien en dan roepen we het met de engelen uit: Heilig, heilig, heilig en buigen we in diep ontzag voor God, Die zo anders is.
Gebed: Heer, U bent heilig, heilig, heilig. U bent op elk gebied zoveel groter, heerlijker en verhevener. Ik buig mij voor U en erken dat ik niet in de schaduw kan staan van Uw heiligheid.