Thema: Op weg naar Golgotha
“En Petrus nam Hem apart en begon Hem te bestraffen; hij zei: God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren!” (Mattheüs 16:22)
Je zou toch zeggen, na zo’n overdracht van sleutels, zoals Jezus dat doet, dat de discipelen ook wel steeds meer klaar zullen zijn voor de volgende boodschap van Jezus. Direct na dit moment gaat Jezus voor de eerste keer, zonder omwegen vertellen over Zijn lijden en sterven. En kennelijk was Petrus nog niet klaar met snel reageren, want ook nu weet hij niet hoe snel hij moet reageren. Alleen is het verschil dat hij nu op z’n minst heel beroerd reageert.
Het is ook wel een beetje de vraag hoe het komt dat Petrus gelijk zo fel reageert. Als Jezus vertelt over Zijn lijden en sterven gooit Petrus zich bijna letterlijk ervoor. Niet dat er ook al een vijand zich aandient, maar hij laat ondubbelzinnig duidelijk aan Jezus weten dat hij het in ieder geval niet gaat toelaten dat Jezus gaat lijden en sterven. Het is duidelijk dat Petrus nog niets begrijpt van de noodzaak van Jezus’ lijdensweg. Ondanks dat, is hoe dan ook zijn reactie nogal stevig.
Als je gewoon even gewoon nadenkt over de boodschap die Jezus brengt, dan zou mijn eerste reactie iets zijn als: “Maar Jezus, waarom zal dat dan gebeuren?”, of “Kunnen we dat niet voorkomen?”. Petrus reageert zo totaal over de top. Hij neemt Jezus zelfs apart en begint Hem te bestraffen. Nu weet ik niet hoe dat bestraffen precies is gebeurd, waarschijnlijk heeft hij Jezus op Zijn verantwoordelijkheid gewezen dat Hij dit niet mag laten gebeuren. En daarnaast haalt hij ook God Zelf erbij Die dit niet mag laten gebeuren en ook is wel duidelijk dat Petrus ook zelf wel zal optreden als dat nodig is.
Nu kun je dit liefde tot Jezus noemen, maar zojuist noemde hij Jezus nog de Zoon van God. Iets in Petrus had toch ook moeten weten dat Jezus de Messias was. Het is natuurlijk wel duidelijk dat men in die tijd vooral hoopte op een Messias dat de vijanden het land uit zou zetten en waar net als David op de troon van Israël zou gaan zitten. Toch lijkt het dat er nog iets anders meespeelt bij Petrus. Zeker omdat dit straks bij de arrestatie van Jezus ook weer een rol lijkt te spelen.
In de aankondiging van het lijden van Jezus zitten nog een paar woorden die misschien wel eens de grootste trigger zouden kunnen zijn. Jezus zegt namelijk dat Hij vooral veel zal moeten lijden van de kant van de oudsten, de overpriesters en de schriftgeleerden. Precies die groep die doorlopend kritisch en uiterst irritant aanwezig waren rondom Jezus. Lijden en sterven was voor Petrus misschien al niet te verteren, maar dat deze groep de oorzaak zou zijn, dat kan er bij Petrus echt niet in.
Ergens is dat ook misschien wel goed te begrijpen. Het is voor ons zo makkelijk om te reageren met een hele Bijbel in onze handen en met het verhaal helemaal compleet. Maar de discipelen zaten nog midden in dat verhaal. Dat Petrus met zijn ideeën uiteindelijk de duivel een handje zou helpen om de verzoening niet tot stand te laten komen, dat drong natuurlijk echt niet door. Het is zelfs de vraag of satan het hele verhaal begreep en of hij zelfs niet bezig was om Jezus alleen maar uit het veld te ruimen, zonder te beseffen dat dit nu juist nodig was.
Jezus heeft wel het overzicht. Zonder Zijn lijden en sterven, zou er maar één winnende partij zijn: satan met zijn gevolg. Of dat hij dat begreep of niet, maar Jezus wist wat de opdracht van Zijn Vader was om mensen weer met God te verzoenen. Werp dus geen struikelblokken voor de weg van Jezus, dan help je de verkeerde partij. Het zou kunnen dat je denkt dat dit ons niet meer kan overkomen, maar dat is de vraag. Nee, het reddingsplan is klaar, maar het Koninkrijk nog niet. En dat in de weg staan is misschien net zo erg en dan lacht er ook maar eentje. En dat doen wij als we de sleutels die Jezus heeft overgedragen niet of niet goed zouden gebruiken. Met andere woorden, voor je het weet beperk je de uitwerking van de prijs die Jezus betaalde. Goed om dat ook te beseffen, telkens opnieuw.
Gebed: Heer, Uw lijden was compleet nodig, daar twijfel ik niet aan, maar bewaar mij ervoor dat ik op mijn manier in mijn tijd Uw werk in de weg sta.