Thema: Vruchtdragen #4 – 22 juli 2020
“Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen.” (Galaten 5:17)
Als Paulus ons iets wil leren over de vrucht van de Geest doet hij eerst nog even iets anders. Hij begint namelijk niet met de vrucht van de Geest, maar hij begint eerst nog even met de vrucht van het vlees. Dat voor Paulus de vrucht van het vlees haaks staat op de vrucht van de Geest is wel duidelijk. Het vlees levert namelijk die vruchten op die voortkomen uit de verkeerde wortel. Zodra je die vrucht in je leven herkent, dan weet je dus dat je gebruikmaakt van verkeerde levenssappen.
Als er iemand duidelijk is over de geestelijke strijd in zijn leven dan is het natuurlijk Paulus. Het vlees strijd tegen de Geest en als hij het goede wil doen dan is het kwade er ook weer dichtbij. Ook Paulus struikelde nog in vele dingen, maar toch zegt hij dat we moeten regeren over de zonde. De zonde heeft geen recht meer van spreken als we in Christus zijn. Goed om dat te beseffen en daarmee lijkt het wel alsof Paulus bijna zegt dat de zonde die ons aanvalt een persoon is. Die macht heeft geen recht meer op ons leven.
In dat licht heeft Paulus het over de vrucht van het vlees. Wandel door de Geest, dat is zijn opdracht, dan zul je de begeerte van het vlees tegenstaan en overwinnen. Dat vlees dat vatbaar is voor de macht van het kwaad die is er, maar daar hoef jij je niet meer in te verliezen. Heel eenvoudig, omdat er een sterke macht en kracht in jou is. Laat je daarom leiden door de Geest.
De Geest leidt je zodra jouw geweten spreekt, zodra Gods stem klinkt als je iets doet. Dat gebeurt veel vaker dan wij vaak beseffen. Je kunt je afvragen of de Geest minder hard spreekt als je vaak toegeeft aan het kwaad of dat de herrie van het kwaad de liefdevolle stem van Gods Geest overstemt. Herrie zorgt altijd voor duisternis en de gevolgen zijn duidelijk: Een liefdeloze levenshouding vol veroordeling, haat en nijd, losbandigheid en afgoderij.
Paulus zegt dit niet om zijn lezers te veroordelen, want hij schrijft alsof hij er vanuit gaat dat zijn lezers deze dingen al lang niet meer doen. Hij wist wel beter, maar hij sprak zijn lezers vooral aan als mensen die door de Geest geleid worden. Dat zou ook zo moeten zijn, maar de vraag is of dat altijd zo was. Natuurlijk niet, want het waren ook gewoon mensen die door allerlei omstandigheden ook niet altijd zo nauwkeurig met God wandelden. Toch gaat hij er wel vanuit dat het leven door de Geest de basis is en daarom spreekt hij over het kwaad alsof dat door mensen gebeurt die buiten de gemeente staan.
Hij maakt dat zelfs zo sterk dat hij zegt dat degenen die het kwaad doen het Koninkrijk van God niet binnen zullen komen. Inderdaad, iemand die alleen maar die vruchten voorbrengt is ook geen kind van de Vader. Een leven uit Jezus levert wat anders op, maar Paulus zegt het niet om je moedeloos te maken als je wel eens struikelt. Dus die vrucht van het kwaad is ook als een waarschuwing en controle waar je staat in je relatie met God. Als we dat beseffen kunnen we de vruchten van de Geest wel bekijken en ons er door laten leiden.
Gebed: Heer, ik erken dat ik soms nog steeds wrange vruchten voorbrengt en dat ik regelmatig struikel, maar ik wil niets liever dan achter Jezus aan te gaan en de vrucht van de Geest te volbrengen.