Thema: Veertigdagentijd 2020
"Want Hij is als een loot opgeschoten voor Zijn aangezicht, als een wortel uit dorre aarde. Gestalte of glorie had Hij niet; als wij Hem aanzagen, was er geen gedaante dat wij Hem begeerd zouden hebben." (Jesaja 53:2)
Jezus is het leven in alle doodsheid van het menselijk bestaan. Dat werd duidelijk toen we het hadden over de beeldspraak van Jesaja dat Jezus is als een loot uit dorre aarde. Jezus is de levende loot uit een aarde waar geen leven meer in zit. In deze beeldspraak zitten nog twee dingen. In de eerste plaats is Jezus de Messias Die niet in een eenvoudige situatie in de wereld komt. Hij is zo anders, zoals het leven zo anders is dan de dood. Zijn taak in deze wereld was dus ook een totaal tegengestelde taak. Maar in dit beeld zit ook nog iets Koninklijks. Jesaja gebruikte namelijk in hoofdstuk 11 ook al het beeld van een loot. Toen was het beeld wel iets anders, maar daar werd wel duidelijk waar die loot uit voortkomt. Hij komt daar uit de afgehakte boomstronk van Isaï. Voor een Israëliet was dat een beeld van het absolute Koningschap. De wortel van Isaï was het begin van het huis van David. De Messias, de redder van de wereld komt dus met koninklijke majesteit.
Jezus is vanaf het begin Koning, daar is Hij voor gekomen en daar is Hij voor gezonden. Misschien geeft ons dit niet gelijk een bijzonder gevoel, maar een gelovige Jood gaf dit wel een gevoel. Zeker ook in de tijd van Jesaja en ook later in de tijd van Jezus. Al vanaf de tijd van Jesaja zat een gelovige Jood te wachten op de nieuwe Koning van Israël. Dat zie je ook terug in het leven van Jezus. Velen begrepen er niets van, want de Koning Die zou komen, zou dan toch in ieder geval afrekening houden met de vijandelijke machten in het land. Israël zou dan toch weer Israël moeten worden en geen vijand zou het meer voor het zeggen moeten hebben. Dit beeld klopt niet, maar dit was wel het grote verlangen. Jezus kwam niet als een overwinnende Koning zoals David. Hij kwam niet om letterlijk grondgebied te winnen. Jezus kwam niet voor een evangelie van welvaart. Daarom klopt de boodschap ook niet dat Jezus een complete hemel op aarde zou brengen of dat als je in Jezus gelooft, je nu ook al alles zult ontvangen. Jezus laat voorlopig de gebroken wereld gebroken en laat alleen lichtstralen van de toekomende tijd zien.
Als je Jesaja 53 goed leest zit daar wel de lijn van de Messiaanse Koning in, maar zo ziet Hij er niet uit. Hij ziet eruit als iemand waar je je hoofd voor zou omdraaien. Er is geen enkele reden waarom je Hem zou begeren. Dat moet je vooral zien in het licht van die Koninklijke profetie. Het klopt ook allemaal niet als je een Koning zou verwachten die vijanden komt verslaan. Bedenk even hoe het voor een gelovige Jood geklonken moet hebben dat je je vijanden moest liefhebben, dat je je andere wang moet toekeren en dat je zult huilen om zalig te worden. Met de woorden zoals Jezus aan het begin van Zijn bediening de Bergrede begon, werd Hij direct gediskwalificeerd als de nieuwe koning volgens aarde maatstaven. De profetie van Jesaja zegt niet dat Jezus een onaanzienlijk persoon zal zijn in letterlijke zin, maar in het beeld van de Koning wel.
Het is precies waar wij net zo vaak tegenaan lopen. De vraag die wij zo vaak stellen: "Jezus, als U dan Overwinnaar bent, waarom zien wij daar dan nog maar zo weinig van?" Eigenlijk is het antwoord heel eenvoudig: Omdat het nu nog niet de tijd is waarin alle dingen nieuw worden, maar we nog slechts nieuwe dingen zullen zien, maar nog steeds in gebrokenheid. Jezus is geen Messias die direct komt om alles anders te maken in de dagelijkse realiteit, Hij is de Messias die het begin is van alle dingen die nieuw worden. Hij zet het herstel van alle dingen in beweging, als een Knecht Die plaatsvervangend onze plaats inneemt, ons nu al laat zien wat straks volledig zal gebeuren, maar ons ook de boodschap geeft dat we nog moeten wachten op het complete herstel van alle dingen. Maar daarmee raakt Hij voor velen toen en nu wel de glans kwijt waardoor ze Hem begeerd zouden hebben. Maar wat hebben we aan een Koning Die alle dingen nieuw komt maken, terwijl dat voor ons onbereikbaar is omdat er nog een onoverbrugbare kloof zou blijven tussen God en ons. Jezus Koningschap gaat veel dieper, Hij gaat de diepste dorre doodsheid in om daar Koninklijk leven te brengen.
Gebed: Heer, toch bent U voor mij alles! Ik heb U lief omdat U niet iets materialistisch kwam brengen, maar vernieuwing vanuit het diepste bestaan van dorheid en doodsheid.