Thema: Eerste brief van Petrus
"U, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God." (1 Petrus 1:23)
Als je naar de woorden kijkt die Petrus gebruikt om aan te geven wat je nieuwe status in het geloof is, dan vallen er een paar dingen op. Je bent opnieuw geboren, dat staat boven alles vast. Opnieuw geboren in een eeuwig leven. Als je de brieven van Paulus leest, kom je telkens een soort woordspel tegen, maar ook Petrus doet dit behoorlijk. Dat is wel opmerkelijk als je bedenkt dat hij een ongeleerde visser was. Petrus zegt dat je je ziel hebt gereinigd als gelovige. Dat is een woord dat in een werkwoordvorm staat dat wijst op iets dat in de verleden tijd is gebeurd. Dat is een opmerkelijke gedachte. Hoe vaak moet jij gereinigd worden van verkeerde dingen in je leven? Elke dag, toch? Toch zegt Petrus dat het reinigen van je ziel in het verleden heeft plaatsgevonden.
Dat zelfde doet hij met de werkwoordsvorm van opnieuw geboren zijn. Ook dat is iets dat in het verleden in gebeurd. Dit gaat dus over je status in het geloof. Je hebt je ziel gereinigd en je bent opnieuw geboren. Het verschil in die twee woorden is dat het ene een activiteit van de gelovige is en het andere is je overkomen als gelovige. Opnieuw geboren zijn is je overkomen, terwijl het reinigen van je ziel heb je gedaan door gehoorzaam te zijn aan de waarheid. Je geloof is de manier geweest om je ziel te reinigen. Tegelijk hangt dit samen met het opnieuw geboren zijn. Vanaf jouw kant is gehoorzaamheid nodig en van Gods kant je nieuwe geboorte. Hang daar nu geen volgorde aan, maar laat dit naast elkaar bestaan. Er zit namelijk nog een vraag achter.
Hoe definitief is dit nu allemaal? Kun je het gewoon ook niet weer kwijtraken? Je nieuwe geboorte kun je niet kwijtraken en daarom kun je ook je geloof niet kwijtraken, omdat dit niet los van elkaar bestaat. Dus als je zegt dat je je nieuwe geboorte niet kunt verliezen, dan ook je geloof niet. Ze zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. En dan die nieuwe geboorte, daarvan zegt Petrus: Dat nieuwe leven is voortgekomen uit onvergankelijk zaad. Petrus gebruikt voor het leven het beeld van zaad. Zaad produceert leven, maar normaal gesproken is zaad vergankelijk. Alles wat in je hart gezaaid wordt geeft wel een bepaalde soort van leven, maar dat is tijdelijk. Het enige zaad in je hart dat blijvend is, is het Woord van God. Toen dat eeuwige Woord van God werd gezaaid en ontkiemde, ontstond er leven dat nooit meer stopt.
Alles wat vleselijk gezaaid wordt in je hart, dat is als gras dat vergaat. Vleselijk is een woord dat je in dit verband moet betrekken op alles wat aards en tijdelijk is. Gras verdord en zijn bloem valt af. Zo is het ook met elk vleselijk leven, maar het leven dat ontstaat door de kracht van het Woord is is net zo eeuwig en onvergankelijk als het Woord zelf. Dat klopt natuurlijk ook in het beeld van het zaad, want uit het zaad komt het leven voort, en uit het Woord is je eeuwige leven voortgekomen. Net zoals het Woord eeuwig is, zo ben jij daardoor dus ook eeuwig. Jij leeft dus niet straks pas eeuwig, maar jij leeft nu al in je eeuwige status. En daardoor is je reiniging ook eeuwig, want de gehoorzaamheid en je wedergeboorte gaan hand in hand. Het is dus niet de vraag of je gereinigd blijft, je bent het! Ook als is dat niet altijd vanuit jouw kant te zien en geeft dat wel een verantwoordelijkheid uit het geloof, van God uit leef je eeuwig en ben je ook zo gereinigd. Dit is een geestelijk principe, want we niet altijd zo ervaren en omdat het telkens misgaat in heiligheid verstoort dat de relatie met God, je Vader. Maar tegelijk is het geestelijk waar dat je door het geloof je ziel hebt gereinigd en je opnieuw geboren bent.
Gebed: Heer, dank U wel dat U mij een nieuwe geboorte hebt gegeven en dat mijn geloof in U mijn ziel heeft gereinigd. Dank U wel dat dit mijn geestelijke status is, al struikel ik nog steeds vaak.