"Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden toen zij alleen waren: Waarom konden wij hem niet uitdrijven? Jezus zei tegen hen: Vanwege uw ongeloof, want voorwaar, Ik zeg u: Als u geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn." (Mattheüs 17:19 en 20)
We zagen gisteren dat al er ongeloof is, als er mensen zijn die alles proberen te beredeneren, dan zorgt dat er voor dat de kracht van Gods Geest niet kan werken. Uiteindelijk kon zelfs Jezus toen nog maar weinig krachten doen en genas Hij er maar enkelen. Dat is wel een schokkende werkelijkheid. Want wij kunnen wat redeneren en wij kunnen wat discussieren over onze theologie, waardoor we in de praktijk niets hoeven te doen. Want onze tijd gaat dan op met praten en met ons denken, maar niet met gehoorzamen.
Een totaal ander voorbeeld komen wij tegen als de discipelen tegen een probleem aanlopen. Het is misschien wel het meest onhandigste moment dat je kunt bedenken. Jezus is net op de berg geweest en heeft daar de verheerlijking meegemaakt. Hij moet helemaal vervuld zijn geweest van de hemelse glorie. En dan komt Hij van de berg af, en hoe snel kun je dan weer op aarde moeten landen? Want beneden aan de berg treft Hij zijn overige discipelen aan die gelijk op Hem af komen om te vertellen dat het helemaal mis gaat. Er is daar een jongen die door een demon is bezeten. En op de ene of andere manier krijgen ze demon er niet uit.
Ik weet niet of jij wel eens in zo'n situatie bent geweest, maar mijn ervaring is als je wel ziet dat er bevrijding nodig is, maar die demon wil niet loslaten, dat je geloof heel snel kleiner dreigt te worden. De manifestaties gaan door en het gaat verschrikkelijk te keer, maar wat je ook doet, het lukt niet om die demon eruit te krijgen. En dan komt Jezus van de berg af.
Jezus windt er niet bepaald veel doekjes omheen. Hij maakt gelijk duidelijk dat het niet aan die jongen ligt, maar dat het uiteindelijk ligt aan het ongeloof van de discipelen. Als je het geloof niet hebt dat je een demon kunt wegsturen, dan blijkt dat ook niet te lukken. De demonen voelen feilloos aan als wij hen niet met echt geloof in de Naam Jezus aanspreken. Dat weten ze echt wel en op dat moment zullen wij ook niet de kracht van Jezus in ons hebben omdat we uiteindelijk twijfelen aan de macht van Jezus. Genezing zal lang niet altijd plaats vinden, maar bevrijding zal altijd mogelijk zijn. Natuurlijk kan er rechtsgrond zijn bij degenen bij wie de demon aanwezig is, dan zal er zonde beleden moeten worden, maar hoe vaak twijfelen wij in ons geloof, waardoor onze woorden geen geestelijk gezag meer hebben? Zelfs bergen zouden wij kunnen verzetten, zo vergelijkt Jezus het. Er is geen reden om te twijfelen aan de macht van Jezus ten op zichte van de duisternis. Maar zodra wij ongeloof toelaten, kan Gods kracht niet stromen door ons heen.
Gebed: Heer, ik geloof dat U altijd de macht heeft, en aan ons schenkt, om Uw vijand aan te spreken en weg te sturen. Mijn ongeloof kan Uw werk in de weg staan, daarom vraag ik U om onvoorwaardelijk geloof.