"Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden." (1 Thessalonicenzen 4:17 en 18)
Ooit hebben we het al eens over deze tekst gehad. Vooral omdat er velen zijn die op basis van deze tekst geloven in de opname van de gemeente. Een moment dat alle gelovigen opgenomen zouden zijn en de ongelovigen nog achterblijven. Maar dit is niet wat Paulus bedoelt en dit is ook niet wat Paulus in het Grieks schrijft. Letterlijk zegt hij dat we Jezus straks tegemoet gaan in de wolken om Hem te ontmoeten. Het gaat om een ontmoeting en niet om ons vertrek. Het gaat er om dat Jezus als Hij komt, als een Koning zal worden binnengehaald.
Het gaat Paulus dan nog steeds over het punt van de overleden gelovigen en de gelovigen die nog leven en de onrust die er was onder de gemeenteleden. En nadat hij heeft verteld dat de gestorven gelovigen niet voor altijd afwezig zullen zijn, maar op de dag van Jezus' komst zullen opstaan en er ook helemaal bij betrokken zullen zijn, daarna vertelt hij iets van het slotstuk bij de komst van Jezus.
Want als Jezus dan gaat komen, dan zal er iets groots gebeuren, waarvan wij nu nog niet kunnen begrijpen hoe dat mogelijk is. Het grote dat er op die dag zal gebeuren is niet dat de gestorven gelovigen weer zullen opstaan en dat er een ontmoeting zal zijn met de nog levende gelovigen. Trouwens, zou dat deels ook zinloos zijn binnen het kader waarin Paulus schrijft. Ook Paulus was in de veronderstelling dat de komst van Jezus snel zou komen. Hij schaart zichzelf ook bij degenen die dan nog levend overgebleven zou zijn. Het grootste dat er zal gebeuren is dat alle gelovigen, uit alle eeuwen als in een massale glorietocht, tegen elke wet van de zwaartekracht in, Jezus tegemoet zal gaan om Hem in de lucht te ontmoeten en Hem een onthaal op aarde te geven wat nog nooit een koning ooit heeft gehad.
Jezus zal dus straks niet ineens voor ons staan. Het zal ons straks niet op de ene of andere manier plotseling overkomen. Zeker, Hij zal komen als een dief in de nacht, maar dat geldt voor degenen die in duisternis leven. Wij leven in het licht en het is voor ons dus nooit meer nacht en daarom zal de komst van Jezus ons niet overvallen zoals een dief die in de nacht komt. En op dat moment zullen wij allemaal opstaan, doden en levenden, allen die in Christus zijn, zullen als één groot volk, in eenheid Jezus tegmoet gaan. Jezus zal straks niet alleen op aarde aankomen, maar Hij zal door alle gelovigen begeleidt worden. Het zal een ontvangst zijn waarvan zelfs onze koningsdagen in Nederland nog niet een generale repetitie zijn. En iedereen zal er straks bij zijn, niemand zal ontbreken en we zullen Jezus Zich laten thuisvoelen tussen Zijn kinderen. Wat een vreugde zal dat zijn.
Gebed: Jezus, straks zal ik U met vreugde onthalen op aarde. Eindelijk zal ik dan altijd in Uw nabijheid zijn. Met U zullen we op aarde meemaken hoe U alle onrecht zult verdrijven en ons totaal zult vrijspreken.