"En terwijl Hij rondom Zich keek naar hen die om Hem heen zaten, zei Hij: Zie, Mijn moeder en Mijn broers; want wie de wil van God doet, die is Mijn broeder en Mijn zuster en Mijn moeder." (Markus 3:34 en 35)
"Jezus, Uw moeder en Uw broers zoeken U." Wat doe je dan, als je gezocht wordt? Dan laat je je toch vinden? Dat is toch het meest logisch? Zo ga je toch met je moeder en je broers om? Maar Jezus reageert op een totaal andere manier. Jezus staat niet op, Jezus stopt niet met onderwijs geven, maar Jezus blijft gewoon zitten. Jezus blijft zitten! En in plaats van Zijn moeder en Zijn broers tegemoed te komen, maakt Jezus het eigenlijk nog gekker. Hij vraagt aan de mensen die Hem vertellen dat Zijn moeder en Zijn broers Hem zoeken wie Zijn moeder en Zijn broers zijn. Maar Jezus, dat weet U toch Zelf wel?
Maar toch stelt Jezus deze vraag. En natuurlijk stelt Jezus deze vraag niet omdat Hij niet zou weten wie Zijn moeder en Zijn broers zijn, maar Hij wil hiermee wel iets heel erg duidelijk maken. Want waar gaat het Jezus eigenlijk om? Gaat het Jezus erom dat Zijn familie niet belangrijk zou zijn en dat Hij Zijn moeder niet zou hoeven te eren? Nee, natuurlijk niet, Jezus heeft nooit ene zonde gedaan en dus is dit hier ook niet aan de orde. Hij wijst Zijn familie ook niet af, maar Hij wil Zijn hoorders, maar ook ons iets anders leren.
Wie zijn is familie van Jezus? Wie is degene die een bloedband hebben met Jezus? Dat is niet persé Zijn biologische familie, er staat zelfs dat niet al Zijn broers in Hem geloofden. Maar Jezus wil ons wat anders zeggen. Hoe belangrijk ook onze biologische familie is, veel belangrijker is onze geestelijke familie. Want wie mag zich een broer van Jezus noemen, of een zus? Dat zijn diegenen die Zijn wil doen, diegenen die in Hem geloven. Op het moment dat je gelooft, ben je dus intieme familie van Jezus. Niet een verre neef of een onbekende oom, maar dan ben je familie in de lijn van ouders en broers en zussen. Dan hoor je dus bij het huisgezin van God de Vader, zoals Jezus Zoon is van God.
In Psalm 68 zegt God al dat Hij de eenzamen in Zijn huisgezin zet. Dat is wat Jezus eigenlijk echt wil zeggen. Je krijgt door het geloof in Jezus er familie bij! Geestelijke familie met wie je als broers en zussen optrekt. Familie waar je voor instaat en waar je naast wil staan in elke situatie zoals Jezus Broer is met een hoofdletter! En natuurlijk is Hij niet je broertje, natuurlijk is Hij ook niet alleen je grote Broer, maar Hij is wel Broer in de familielijn van Gods Vaderlijke huisgezin waarin de Vader en Zijn kinderen voor elkaar zorgen! Wat een voorrecht om in zo'n gezin op te mogen groeien, maar wat een voorrecht ook om zo dicht bij Jezus te mogen leven. En straks zullen we leven in één huis, het Vaderhuis met de vele woningen.
Gebed: Jezus, dank U wel dat U nog veel meer bent dan mijn oudste Broer, maar dit voelt al zo veilig en ik wil met al mijn broers en zussen leven zoals U met ons leeft!