"En het gebeurde midden in de nacht dat de man schrok en om zich heen greep. En zie, er lag een vrouw aan zijn voeteneind." (Ruth 3:8)
We kunnen niet zeggen dat Ruth geen lef heeft. Eigenlijk neemt ze hier als vrouw het initiatief voor een huwelijksaanzoek. En dan ook niet op een bepaald normale manier. Als ze Boaz nu gewoon zou aanspreken, maar ze kruipt zo goed als bij hem in bed. Ze gaat aan zijn voeteneind liggen. Naomi had haar precies verteld wat ze moest doen. Wellicht had Boaz zelfs zoveel gedronken dat hij in een vrolijke bui, eerst diep in slaap was gevallen waardoor hij niets had gemerkt van Ruth, die aan zijn voeteneind was gaan liggen.
Het zal je gebeuren dat je denkt alleen in bed te liggen en midden in de nacht ontdek je dat er ineens een vrouw in bed ligt. Ik geloof niet dat Boaz dit regelmatig meemaakte. Hij was in ieder geval een rijke boer en dat een dienstmeisje dit zou doen was al onbestaanbaar, maar dat iemand die nog minder is als een dienstmeisje dit doet, kan toch echt niet. De afstand is zo groot, dat kan niet bestaan. Later zegt Boaz ook dat het niet bekend mag worden dat er een vrouw op de dorsvloer is gekomen.
Het valt op dat Boaz niet boos wordt, hij stuurt ze ook niet onmiddellijk weg. Hij vraagt eenvoudig: "Wie ben je?" En dan blijkt het Ruth te zijn. En Ruth was hem al echt wel opgevallen. Hij had haar al bemoedigd en het was hem ook opgevallen hoe trouw ze was aan haar schoonmoeder en daarbij ook aan haar schoonfamilie. En ook Boaz zal wel geweten hebben dat hij de losser was voor de familie. En Ruth had er alles aangedaan om echt bij Boaz over te komen als een vrouw naar zijn hart. Kleding, hoe ze zich had gewassen, maar ook haar onderdanigheid die bleek in het liggen aan zijn voeteneind en de manier hoe zij zichzelf noemt.
En dan blijkt Boaz haar ook echt niet af te wijzen. Wij kunnen ons aankleden voor een ontmoeting met Jezus, maar hoe vaak maken wij de stap om echt, letterlijk aan de voeten van Jezus te gaan liggen. Deze hele wereld kan ons gestolen worden, er is er echt maar Eén waar ik wil zijn: Jezus! Ik wil buigen voor Jezus. Uiteindelijk zal straks elke knie buigen voor Jezus en elke tong zal belijden dat Jezus Heer is, maar ik doe het nu al. Jezus, hier bent ik en ik laat mij niet wegsturen!
Jezus komt straks echt wel, maar tegelijk maken wij een keus om aan Zijn voeteneinde te gaan liggen omdat wij Hem willen toebehoren en niemand anders. Ik leg mijn rouwkleed af en leg Zijn klederen van gerechtigheid om mijn schouders en zeg het Hem: "Hier ben ik, ik wil van U zijn!" En dan zegt Jezus alleen: "Wie ben jij?" Dan zijn de woorden van Ruth tegen Boaz ook onze woorden tegen Jezus: "Ik ben Uw dienstknecht, spreid Uw vleugels over mij uit, want U bent de Losser." We gaan er liggen omdat Hij ons verlost en vrijzet van zonde, van deze wereld en ons richt op het hemelse Huwelijk met Hem.
Gebed: Jezus, ik leg mij neer aan Uw voeten en ik wil Uw zegen ontvangen, U bent mijn Losser en ik wil alleen van U zijn.