"In het begin schiep God de hemel en de aarde" (Genesis 1:1)
"En God zei: Laten wij mensen maken naar Ons beeld." (Genesis 1:26a)
God schiep in het begin de hemel en de aarde. Er liggen nog twee vragen in het eerste vers van de Bijbel. Dat zit in de eerste plaats in het woord 'God' en in de tweede plaats in wat God schiep in het eerste vers. Het is duidelijk dat wij geloven dat God de hemel en de aarde schiep. Het lastige in de Hebreeuwse tekst is dat er een meervoudsvorm staat voor God, terwijl er een enkelvoud staat voor het werkwoord scheppen. Er staat dus eigenlijk letterlijk: 'De Goden schiep de hemel en de aarde'. En waar je in vers één nog zou kunnen denken dat wij gewoon een verkeerd beeld hebben van het woord 'elohim' wat wij vertalen met God en waar we dus kunnen denken dat het toch een enkelvoudsvorm zou kunnen zijn, daar haalt vers 26 in ieder geval elke gedachte op dat gebied omver. Daar staat namelijk in het Hebreeuws: 'En de Goden zeiden, laten wij mensen maken, naar Ons Beeld.'
Het woord 'elohim' is in ieder geval een meervoudsvorm die bijna in alle gevallen gevolgd wordt door een enkelvouds werkwoord. Gaat het dan toch over meerdere goden? Taalkundig kan dit eigenlijk ook niet, omdat dan de werkwoordsvorm niet klopt. We kunnen maar een conclusie trekken: De God die schept is een enkelvoudig meervoud. God is enkelvoudig, maar in Zijn enkelvoudig, meervoudig in persoon. Eigenlijk kunnen we van daaruit alleen de conclusie maar trekken dat de Drie-enige (of in ieder geval minimaal twee van de drie Personen van God) hier al aanwezig zijn in de eerste woorden van de Bijbel.
De complete Drie-eenheid is hier al betrokken op de schepping. Dit wordt natuurlijk ook bevestigd door Johannes 1:1 waar staat dat Jezus de wereld schiep. De troost van het eerste vers van de Bijbel is dat God in Zijn gehele meervoudigheid betrokken is op Zijn Meesterwerk. Zowel Vader, Zoon als ook de Heilige Geest zijn helemaal betrokken op het grote meesterwerk van de schepping. Als meervoudige eenheid brengen zij in de eeuwigheid, de tijd tot stand en in de tijd de hele wereld.
En wat gebeurt er dan in de eeuwigheid? God schiep de hemel en de aarde. Dat zou een samenvatting kunnen zijn van het hele eerste hoofdstuk. We leren de kinderen namelijk bij de vraag wat God op de eerste dag schiep, dat dit het licht was. Maar in de eeuwigheid, voordat het licht kwam, schiep God de hemel en de aarde. Op dat moment is de eerste dag nog niet begonnen. Na vers één zegt de Bijbel namelijk dat de aarde woest en leeg was en de duisternis lag over de watervloed.
Was dit het begin? Voor ons wel, maar in de eeuwigheid schiep God de hemel en de aarde. Er was toen voor Hem geen tijd, geen eerder en geen later. God schiep Zijn Eigen woonplaats in de hemel en de aarde was er ook al. Geen melkwegstelsel, maar alleen de aarde. En daarmee is de aarde van een andere orde, dan alle andere planeten. Hoe groot is onze God!
Gebed: God Almachtig, deze gedachten over het begin van de Bijbel raken mij niet in mijn geloofsgevoel, maar wel in de duizelingwekkende grootheid van Wie U bent. Laat verwondering en aanbidding mijn hart vullen bij het bestuderen van deze eerste woorden van U.