"In die tijd liet Jozua het volk zweren: Vervloekt is die man voor het aangezicht van de HEERE die opstaat om deze stad Jericho te herbouwen. Laat hij haar fundering leggen op zijn eerstgeboren zoon en haar poorten oprichten op zijn jongste zoon." (Jozua 6:26)
Het is wel een heftig vervolg dat Jozua er aan geeft als het hele bolwerk van Jericho omver is gehaald. De stad is verwoest, Rachab is gered en alles wat leefde wat om het leven gebracht. En uiteindelijk is alles in de stad verbrand, behalve het zilver en het goud, dat was een geschenk voor God. De overwinningstrofeeën waren voor God. Het volk zelf mocht er niets van hebben. Maar dan, dan vervloekt Jozua de hele stad Jericho.
We weten ondertussen wel dat woorden in de geestelijke wereld kracht hebben. Dat is absoluut zeker. Maar er is hier meer aan de hand dan alleen de vervloeking die Jozua uitspreekt. Het zal zo zijn dat die man die het lef heeft om deze stad, dit bolwerk, opnieuw te bouwen die zal dit in zijn nageslacht merken. De vloek die Jozua uitspreekt over deze stad en over degene die het waagt om deze stad te herbouwen zal hem zijn kinderen kosten.
Is dit een dreiging die niet reëel is, zouden we ons kunnen afvragen. En toch is God wel duidelijk over deze stad. En we begrijpen niet altijd waarom God sommige dingen van ons vraagt. Blijkbaar was de strijd om Jericho een veel meer geestelijke strijd dan dat wij kunnen beseffen en bevatten. Maar juist daarom mag deze stad niet opgebouwd worden. Alles is met de ban geslagen en uitgeroeid en zelfs Israël mag geen enkele verbinding meer aangaan met deze stad. Zelfs niet nu er geen inwoner meer over is en alles is verwoest, dan nog mag Israël geen verbinden leggen met deze stad. Dit bolwerk, bij de ingang van het land is neergehaald en zal neergehaald blijven.
We weten dat er toch uiteindelijk iemand is geweest die Jericho wel heeft herbouwt, met alle gevolgen van dien. Maar de waarschuwing die erin ligt is ook voor ons een grote. Waar in de naam van de Opperbevelhebber van het leger van de HEER, waar in de naam van Jezus bolwerken van satan worden neergehaald, wee die man die toch dit bolwerk weer opbouwt. Jezus zegt later dat als het huis van een duivel is gereinigd, maar deze leeg blijft staan, dat hij zeven keer zo sterk terugkomt.
Deze verwoeste plaats moet verwoest blijven en wee die man die het toch opbouwt. Maar als Jezus onze bolwerken omver haalt om ons meer en meer in vrijheid leert leven, wee diegene die toch satan weer ruimte geeft in plaats van dat Gods Geest die ruimte krijgt. Dan zal de vloek over deze daad enorm zijn. Satan zal veel sterker terugkomen. Elke vorm van rebellie tegen God, of het nu van Jericho was of in ons geestelijk leven, in beide situaties wordt de macht van satan ruimte gegeven als elke overwinning te niet wordt gedaan door rebellie op dat gebied weer toe te staan. Het zal je vrijheid in de weg staan. Voor Israël in het beloofde land, maar ook voor jou en mij in onze persoonlijke vrijheid met God.
Gebed: Jezus, U haalt bolwerken neer door Uw overwinning en wee mij als ik daar waar U satans werk afbreekt en ik het weer zou opbouwen. Ik wil Uw overwinning laten bestaan en zelf in vrijheid met U leven.