"Er is verscheidenheid van genadegaven... van bedieningen... van werkingen" (1 Korinthe 12:5-7)
In de mond van twee of drie getuigen zal elk woord bestaan. Paulus lijkt met dezelfde problemen in de gemeente te hebben geworsteld als dat wij ervaren. De gaven van de Geest was blijkbaar niet helemaal vanzelfsprekend in de gemeente van Korinthe, want de inleiding tot hij komt bij de daadwerkelijke gaven is een inleiding die eerst weer onderstreept dat de gaven een realiteit zijn en daarbij onderstreept Paulus ook dat de verscheidenheid groot is. Wat de ene krijgt als gave, krijgt de ander niet altijd en de ene keer of de andere keer kan ook verschillend zijn. Maar dat de gaven van de Geest een realiteit zijn blijkt wel uit het feit dat Paulus in zijn schrijven drie getuigen neemt die dit bevestigen.
Daarom noemt hij het hier in drie verschillende woorden. En elk woord is hierbij een getuige dat bewijst dat de gaven in de gemeente een feit behoren te zijn dat nooit ontkend mag worden. Alle drie de verzen zeggen eigenlijk hetzelfde. Er zitten in de drie woorden wel verschillen in benadering, maar het gaat om dezelfde zaken. Het zijn genadegaven die door de Vader worden geschonken, het zijn bedieningen die de Heer van de kerk dienen, Jezus Christus de Zoon, en het zijn de verschillende werkingen door de Heilige Geest. En in omgekeerde volgorde zegt Paulus er dan achteraan: Het is dezelfde Geest, Heere en God. Heilige Geest, Jezus de Zoon en God de Vader. Twee maal noemt hij de drie Getuigen om deze gaven te bewijzen.
En tegelijk zijn het verschillende dingen. Elke gave die je krijgt (als je tenminste wilt ontvangen) is pure genade. Geen vergevende genade, maar gaven die God uit onverdiende goedheid geeft. Je kunt er dus nooit mee gaan pronken, want het zijn gaven die niet van jezelf zijn. God geeft ze om als bediening te gebruiken. Je mag er mee dienen op de momenten dat God ze geeft. Gaven van de Geest zijn niet voor je eigen eer, maar dienen de Drie-enige God en Zijn Koninkrijk. En daarmee ontvang je ze om te dienen voor de ander, zodat door de ander het Koninkrijk van God gebouwd zal worden.
Daarbij werken de gaven van de Geest op verschillende manieren. Ook dat hebben wij niet in de hand, dat werkt de Geest op de manier die Hij wil en jij en ik worden slechts gevraagd om dat ontvangen gaven in te zetten en het daarna in geloof los te laten dat de Geest dit zal gebruiken. Ik noem als voorbeeld de gave van genezing. Die ontvang je uit genade om hem in te zetten zodat het Evangelie van het Koninkrijk onderstreept wordt, maar het is de Heilige Geest die vervolgens bepaald hoe Hij het gebruikt en op welke manier Hij genezing geeft.
Eigenlijk kunnen we maar één ding zeggen over de gaven van de Geest: wij zijn slechts een doorgeefkanaal waardoor God Zijn kracht werkt in deze wereld. Je bent dus wel verantwoordelijk dat de kracht van God kan werken, door de gaven werkelijk in te zetten. En als je daar beschikbaar voor bent, kunnen we nadenken over de gaven zelf.
Gebed: Drie-enige God, U bent het Zelf Die uitdeelt van Uw gaven en U vraagt slechts dat ik beschikbaar ben om deze te ontvangen en in te zetten zodat U het kunt gebruiken.