"Toen zij dan de middagmaaltijd gebruikt hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Weid Mijn lammeren."" (Johannes 21:15)
Vaak is het niet leuk als iemand je even confronteert met je gedrag. Vaak schieten we gelijk door in de verdediging en heel vaak gebeurt het ook nog eens dat als je de schuld voelt, je ook nog maar eens in schuld gaat terug reageren. Na alle frustratie van de discipelen, hebben ze ontdekt dat het Jezus was die hen dat bevel gaf om het net aan de andere kant uit te gooien. En toen Johannes dat zag, sprong Petrus direct overboord en ging naar Jezus toe. Petrus notabene...
Hoe dacht hij eigenlijk om Jezus onder ogen te komen na zijn verloochening? Toch blijkt de liefde voor Jezus het te overwinnen. Maar als hij dan aan land komt, dan is het wel schrikken. Kijk, Jezus gaat natuurlijk wel eerlijk met je om. Hij laat natuurlijk dingen niet onbesproken. Maar de liefde waar Hij het mee doet is wel uitermate bijzonder. Het maakt alleen de confrontatie niet minder. Zo is Jezus wel, Hij ontdekt ons soms aan dingen in ons leven, waarbij Hij niet eens woorden hoeft te spreken.
Petrus komt aan land en het eerste wat hij ziet is een kolenvuur. Juist zo'n vuur als waar hij zijn handen stond te warmen toen hij Jezus verloochende. Dat brandt daar op het moment dat hij aan land komt zwemmen. En dan neemt Jezus hem na het middagmaal apart. Al die tijd heeft hij dat kolenvuur gezien. Je zou toch geen hap meer door je keel krijgen?
En dan stelt Jezus hem drie keer de vraag naar zijn liefde voor Jezus. Maar de eerste keer zegt Hij erbij: "Heb je Mij liever dan dezen?" Nee, dat gaat niet over de anderen, dat gaat over die 153 vissen die hij aan land had gebracht met de anderen. "Petrus, heb je Mij liever dan dat oude beroep?" Dat doet pijn, want hij was gaan vissen omdat hij ook niet wist hoe het anders moest. Dus dat oude beroep, waarin hij toch ook wel wat vastigheid had, gewoon omdat hij dat beroep bekwaam was, zal hij toch moeten loslaten als Jezus hem er toch weer bij vraagt. Hoe dat voor hem is geweest, weten we niet, maar wat heb jij en wat heb ik liever dan Jezus?
Heb je Jezus liever dan je huidige vastigheid? Ook als Jezus straks nog meer te zeggen heeft? Want op een bevestigend antwoord volgt straks nog wel een opdracht. En dan zou het wel eens heel onzeker kunnen worden hoe je toekomst eruit gaat zien. En is dan je liefde voor Jezus en Zijn Koninkrijk sterker dan voor je vastigheden nu? Jezus vraagt heel simpel: "Heb je mij liever dan...." Dan wat? Je werk? Je veilige vormen, traditie, kerk, vrienden... Het maakt helemaal niet uit, maar mag Jezus straks alles van je vragen? Ben jij beschikbaar voor wat er straks nog komt?
Gebed: Here Jezus, Uw vraag is wel heftiger dan ik vaak besef. Mijn vastigheden lijken zo veilig en U roept mij telkens daar vandaan weg zodat U met mij Uw weg kan gaan. Toch wil ik beschikbaar zijn en leven voor U.