“Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent.” (2 Petrus 1:4)
Draag jij de Goddelijke natuur? Een vraag die je wenkbrauwen misschien doet fronsen. Want je bent toch mens? Je kunt toch Gods natuur niet dragen. Wij wilden toch als God zijn in het paradijs en juist dat zorgde ervoor dat we het contact met God zijn kwijtgeraakt? Toch zegt Petrus dat we deel kunnen krijgen aan de Goddelijke natuur.
En wij kunnen deel krijgen aan de Goddelijke natuur. En in die Goddelijke natuur wordt Gods heerlijkheid zichtbaar. In Christus delen we in de Goddelijke natuur. En toch kunnen we hierbij zeggen dat dit toch wel iets te maken heeft met het gelijk zijn aan God. De Goddelijke natuur heeft alles te maken met hoe God met dingen omgaat.
Kunnen wij die natuur dragen? Ja, die draag je in Christus. Op het moment dat jij tot geloof kwam, ben jij gestorven aan het kruis en in Christus in jou opgestaan. Paulus zegt daarover: “Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.” Daardoor kan Johannes in zijn brief ook zeggen dat iemand die uit God geboren is niet meer zondigt.
Natuurlijk blijven we geconfronteerd worden met wat Paulus noemt ‘het lichaam van de zonde’, maar je nieuwe identiteit is de identiteit en het karakter van God in jou. En daarin draag je dus wel degelijk de natuur van God.
In jouw leven, wordt God zichtbaar. Dat is niet altijd bewust, maar het is wel de waarheid over jouw leven dat God Zijn natuur in jou heeft gelegd. Dat blijkt ook in de vele vader-kind teksten uit de Bijbel. Als je kind bent, dan ben je van dezelfde natuur als je Vader.
Het diepste dat Petrus in zijn brief zegt heeft te maken met welk stukje van de Goddelijke natuur hij bedoelt. Door Gods kracht is ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort en door Zijn beloften krijgen we deel van de Goddelijke natuur. En dan volgt er een rijtje dat begint met geloof. Bij het geloof begint het, en door alle stappen heen in de verzen 5 tot en met 7 komt Petrus uiteindelijk uit bij broederliefde en daarna liefde voor allen.
Dat is Gods natuur in jou! Daar mag jij je naar uitstrekken met de Goddelijke natuur in jou. Het is God in jou, Die je steeds verder laat groeien, tot je uiteindelijk zover komt dat je liefde hebt voor allen, zoals God liefde heeft voor deze hele wereld.
Je bent het verderf van deze wereld ontvlucht en God heeft Zijn kracht in jou gelegd zodat je zal doorgroeien naar Goddelijke liefde voor alle mensen, zodat ook al die mensen zullen weten dat ze het verderf kunnen ontvluchten en ook deel kunnen krijgen aan deze Goddelijke natuur. En er zal door deze Goddelijke natuur dan een beweging van liefde op gang komt. Sterk je uit om die Goddelijke natuur in jou tot leven te laten komen.
Gebed: Vader God, Uw Goddelijke natuur lijkt zo groot en ver weg voor mij. Maar U wilt mij leren om aan mijn geloof zoveel toe te voegen, zodat ik uiteindelijk Uw liefde zal hebben voor alle mensen.