"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie de schaapskooi niet door de deur binnengaat, maar van elders inklimt, die is een dief en een rover." (Johannes 10:1)
Het tiende hoofdstuk van het boek Johannes is misschien wel het bekendste hoofdstuk van het Nieuwe Testament. De gelijkenis van de Goede Herder is overbekend en we kunnen ons er ook nog eens van alles bij voorstellen. Maar eigenlijk zou je deze gelijkenis eens meerdere dagen achter elkaar moeten lezen. De hele gelijkenis zit vol met allerlei zinnen die niet in de eerste plaats iets met de Goede Herder te maken hebben. En het begin is verre van positief.
Het gevaar bestaat dat we deze gelijkenis gaan lezen vanuit onze gedachte over de Goede Herder. En we stellen ons Jezus voor als de beste Herder die er is. Maar op het moment dat Jezus het woord neemt, lijkt Hij helemaal niet op een herder. De reden dat Hij namelijk deze gelijkenis gaat vertellen is niet in de eerste plaats als troost voor de gelovigen, maar Hij gaat het vertellen met het oog op de Farizeeërs.
De geschiedenis van gisteren had namelijk nog een staartje. De blind geboren man was wel genezen, maar er was al heel wat kritiek op gekomen. En uiteindelijk wordt de blind geboren man uitgescholden als discipel van Jezus, terwijl zij zichzelf discipelen van Mozes noemen. Maar dan zegt Jezus: Blinden zijn diegenen die in Mij niet zien Wie Ik ben!
Er gebeurt eigenlijk iets bizars. De geestelijk leiders van het volk, die door een discipel van de wet te willen zijn het volk wil leiden, vergelijkt Jezus niet met herders, maar Hij vergelijkt hen met dieven en rovers, met mensen die een schaapskooi binnenkomen over de muur en niet door de deur.
Jezus zegt niets anders dan: "Jullie zijn niet door de deur naar binnengekomen, want daar was je nooit doorheen gekomen. Jullie zijn over de muur binnengekomen en het enige dat jullie doen is roven en stelen." Later zegt Jezus zelfs: "De dief komt om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan." Dat doen de discipelen van Mozes. En dat is ten opzichte van Mozes geen negatieve beoordeling, maar wel gericht op het wettische van hun leidinggeven. Daarmee doen ze niets anders dan stelen, slachten en verloren laten gaan.
Dat zijn wel hele stellige woorden. Dat is een veroordeling van de hele religieuze, wettische godsdienst. Wettisch leidinggeven om door te werken je zaligheid te kunnen verdienen staat bij Jezus gelijk aan dieven en moordenaars. Zo erg beoordeelt Jezus dit! En dit doet Jezus omdat Hij op de sabbat iemand had genezen. En dan staan deze woorden misschien ineens veel dichterbij dan je zou willen. Want om de zondag, hoeveel regels hebben we al niet verdedigd?
Op welke manier wil jij zaligworden? Op welke manier leer jij anderen om zalig te worden? Alleen door achter Jezus aan te gaan? Of misschien wel door heel veel regels, waardoor Jezus zegt: Je klimt de schaapskooi binnen om Mijn schapen met religie te roven. Jezus zal laten zien hoe een echte Herder met Zijn schapen omgaat.
Gebed: Here Jezus, wat is religie en wat zijn regels toch gevaarlijk. Niets anders dan U volgen is de boodschap die U laat horen. Bewaar mij voor roverspraktijken en leer mij eenvoudig als een schaap achter U aan te gaan.