Houd dit even vast. Precies dit is waar het namelijk over gaat als Jezus zegt dat de vredestichters gelukkig zijn. Dat Jezus deze woorden gebruikt heeft natuurlijk alles te maken met de achtergrond tegen wie Hij deze dingen zegt. Terwijl Jezus is gaan zitten op die berg kwamen alle mensen tot Hem om Hem te horen. Al die mensen waren natuurlijk Israëlieten. En juist Israël beroemt zich erop dat zij de zoon van God is. Tot op de dag van vandaag doen ze dit. Alle profetieën over de zoon van God, betrekt een orthodoxe Jood op Israël en niet op de Messias. Zelfs Jesaja 53 over het Lam van God, betrekken zij helemaal op zichzelf als volk van God.

Jezus zegt hier in de Bergrede dat niet Israël op basis van het zijn van het volk van God, zonen van God zijn, maar de vredestichters zijn zonen van God. Dit valt in de HSV bijna niet op, omdat het woord ‘zonen’ is vertaald met ‘kinderen’. Dat staat er echter niet. Jezus haalt hier dus een verwijzing aan die voor een Jood van het grootste belang was, maar die zij verkeerd interpreteerden. Zij zijn wel Gods uitverkoren volk en er is voor Israël nog heel veel te verwachten, maar ze is niet de zoon van God. Dat zijn de vredestichters. In de eerste plaats is dat dus Jezus Zelf. Hij is de prins van de vrede, de Kroonprins die straks het Koningschap van Zijn Vader zal overnemen als Hij terugkomt in de hemel.

Iedereen die in Christus is, deelt vervolgens in Zijn Koningschap. Maar in Christus zijn betekent dan dus ook dat je deelt in Zijn manier van leven en dienen en dus ook in Zijn manier van vredebrengen. En daarom is Hij de Zoon van God en delen wij als zonen (en ook dochters) van God op het moment dat we op Zijn manier vredestichter zijn. Nu dan nog even dat woord ‘vredestichter’

Een vredestichter is niet een bemiddelaar tussen verschillende partijen en het is ook niet iemand die geen ruzie zoekt. Dat hoort er wel bij, maar dat is niet in essentie waar het over gaat. Je moet een stap verder zetten om vredestichter te zijn, zoals Jezus bedoelt. Een vredestichter in de lijn van Jezus is niet iemand die partijen bij elkaar brengt, maar het is degene die zichzelf verzoend met zijn vijanden. Het gaat dus niet om hoe jij met twee strijdende partijen omgaat, maar het gaat erom hoe jij met jouw vijanden omgaat. Hoe jij dus omgaat met diegenen die jou pijn hebben gedaan en die jou op je hart trappen.

Paulus noemt op meerdere plaatsen God, de God van de vrede. God is Hij Die vijanden met Zichzelf verzoend. God kiest ervoor om mensen zoals wij, die Hem op Zijn hart hebben getrapt, vaarwel hebben gezegd en pijn hebben gedaan, vanuit Zijn initiatief, uit genade, zonder dat wij daarom vroegen, te verzoenen met Zijn vrede door dat aan te bieden in het offer van Jezus. De Prins van de vrede bewerkt dus voor de God van de vrede de weg naar verzoening met Gods vijanden. En dat terwijl ze daar niet om vroegen. Dat is een vredestichter Die Gods Zoon wordt genoemd. En dan zegt Jezus: Gelukkig zijn de vredestichters want zij zullen Gods zonen worden genoemd.

Met andere woorden: Een vredestichter is dus iemand die Gods vrede schenkt, zelfs aan hen die hem pijn hebben gedaan en niet om die vrede vragen. Het voelt bijna onmenselijk, want wij voelen maar al te vaak dat wij recht hebben op onze boosheid. Alleen dit is een destructief recht waarmee God niet werkt zolang de tijd loopt. Zolang de tijd loopt biedt Hij vrede aan uit genade en vraagt Hij van ons om echt gelukkig te kunnen zijn, dat ook te doen en zegt Hij tegen je: Dan ben je Mijn zoon of dochter en echt gelukkig.

Gebed: Heer, ik dank U voor Uw vrede voor mij en wil dat uitdelen zoals U dat bedoelt.