Het is opmerkelijk dat het woord voor ‘vermanen’ en het woord voor ‘bemoedigen’ in het Grieks het woord ‘parakaleite’ wordt gebruikt. Ja, je leest het goed, hetzelfde woord voor bemoedigen en voor vermanen. In het Grieks is het onderscheid er helemaal niet. En als je dan nog even iets beter kijkt naar dat Griekse woord en ontdek je dat dit hetzelfde woord is als dat het Grieks gebruikt voor de Heilige Geest als Jezus zegt dat er een andere Trooster zal komen. Daar gebruikt Jezus het woord ‘parakleet’. Dat kun je dus vertalen met ‘trooster’, ‘vermaner’ of ‘bemoediger’. Je kun ook nog vertalen met ‘degene die erbij geroepen wordt’.

Wat bedoelt Paulus nu als hij zegt dat we elkaar moeten bemoedigen? Overigens is dit de HSV vertaling, terwijl de Oude Statenvertaling het woord ‘vermanen’ gebruikt. En ook heel veel andere momenten in de Nederlandse vertalingen worden met ‘vermanen’ vertaald, terwijl veel grote wereldtalen dat niet doen. Dan wordt er altijd vertaald met ‘bemoedigen’. 

Het woord vermanen geeft ons, omdat het gekoppeld zit aan ons woord van  kritiek hebben, het gevoel van afbreken. Dat is nu precies wat Paulus niet bedoelt te zeggen. Het gaat er om dat we elkaar opbouwen. We moeten elkaar, die naaste van je, dus helpen om te groeien en opgebouwd te worden. En hoe doe je dat? Door te bemoedigen.

Nu zit je natuurlijk ook nog wel even met dat lastige woord ‘vermanen’ waarbij onze vertalingen nogal wat alleen staan. Het gaat erom waarom je dingen doet. Wat is je doel om te vermanen? Als dat is om de ander naar beneden te halen dan bouw je niet op. Dat mag nooit de bedoeling zijn. Als God in de Bijbel vermaant is dat altijd om je op te bouwen, op het spoor terug te zetten of op welke manier ook je te helpen om in je bestemming te zijn en te blijven. Welke cultuur wil jij leven voor je naaste?

Weet je, soms kan je naaste voor je gevoel ook een concurrent zijn. Dat is natuurlijk helemaal niet goed, want we gunnen elkaar het beste, maar toch is dat lastig. En dan is kritiek zo makkelijk om de ander naar beneden te halen zodat die naaste van je, als concurrent op afstand komt te staan. Daar klopt natuurlijk niets van. Jezus was nooit bang dat Zijn discipelen Hem zouden overtreffen. Hij zorgde dat zij Hem helemaal konden overnemen op het moment dat Hij er niet meer zou zijn. We gaan elkaar bemoedigen, laten elke concurrentiestrijd los en groeien met elkaar tot het doel waarvoor we geschapen zijn: Jezus reflecteren en Zijn Koninkrijk te bouwen.

Gebed: Heer, laat mij een bemoediger zijn die anderen helpt groeien en bescherm mij voor de angst dat ik soms bang ben niets meer te zijn als de ander groeit.