Ken jij dat gevoel dat je denkt dat sommigen alles moeten meemaken, terwijl het bij anderen altijd voor de wind gaat? Het lijkt wel alsof er mensen zijn die allemaal maar tegenslag meemaken. Hoe zit dat en waarom gebeurt dat? Sommigen roepen oprecht uit: “Waarom stopt het nooit”? En die vraag herken ik eigenlijk wel. Zeker als je al een poosje meeloopt in het pastoraat, dan denk je wel eens waarom sommige mensen zoveel moeten meemaken. En die vraag komt van tijd tot tijd ook heel erg hard op je af.

Het eerste wat vaak gedacht wordt is dat je het er dan misschien wel naar gemaakt hebt. Alsof het een oordeel van God is. Als je het boek Job gaat lezen, dan kom je er achter dat die gedachte onmogelijk overeind kan blijven. Van Job staat er dat hij godvrezend was en oprecht. En kijk eens wat hij kwijtraakt? Hij raakt alles kwijt, behalve zijn leven, terwijl hij dat in het diepst van zijn ellende het liefst ook kwijt had geweest. Hij vervloekt zelfs zijn geboortedag. Als zijn vrienden hem overal van beschuldigen, dan blijkt dat er daar in ieder geval niets van klopt. Er blijkt op de achtergrond iets mee te spelen waar wij eigenlijk niet uitkomen. Satan heeft God uitgedaagd en het lijkt wel of God Zich ook laat uitdagen en toestaat dat satan alles mag nemen van Job, behalve zijn leven. Hij mag hem uitproberen.

Dit voelt op alle manieren niet goed. Is dit dan ook God? Kennelijk wil God Job nog rijker zegenen door deze ellende heen, maar of wij dat op een rijtje kunnen krijgen is maar de vraag. Dat satan zich zo mag laten gaan is onbegrijpelijk, maar als Job de strijd aangaat met God blijft er meer ene conclusie over voor Job. Als God hem vraagt wie alles heeft gemaakt en of Job daar bij betrokken was, dan zegt Job uiteindelijk dat hij er niets over te zeggen heeft en dat hij God, God moet laten. Eén ding is wel zeker: Het lijden van Job is absoluut geen oordeel van God!

Daarbij denk ik dat Job een specifieke, unieke situatie is geweest. Wat kun je dan nog wel voor een antwoord vinden op de vraag waarom sommigen alles lijken mee te maken? Een paar dingen. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt dat alles onder de voeten van Jezus ligt. De vijand van gebrokenheid en ellende, ziekte en dood is verslagen, maar wij zien het nu nog niet. Wij zien nog niet dat die overwinning compleet is. Jezus heeft wel alles gedaan, maar wij leven nog in een gebroken wereld. En in die gebroken wereld treft de vloek van de gevolgen van de zonde ons tot de dag van de wederkomst. Wij leven nu nog niet in de totale overwinning. En het lijden dat ons raakt is niet persoonlijk gericht. Er zijn wel gevolgen van lijden vanuit ons handelen, maar dat is lang niet altijd zo. Iemand die zijn leven lang heeft gerookt, die heeft een grotere kans op bepaalde vormen van lijden. Dat is geen oordeel, maar een gevolg.

Dus in de grote lijnen is het lijden eerder een gevolg dan een oordeel. Door onder de paraplu van Gods zegen weg te gaan in het paradijs zijn we in de regen van de vloek terecht gekomen. En wij zijn dan snel geneigd om te gaan vergelijken met anderen. En dat terwijl we dan eerder onze eigen zware dingen zien en eerder het geluk van de ander bekijken. Dan lijkt het uit balans, maar vergelijken we dan niet eerder appels met peren?

En dan blijft er voor de volgende keer rond deze vraag nog wat over rondom die tekst dat God Zijn kinderen kastijdt die Hij liefheeft en de tekst dat we nooit meer krijgen dan onze schouders kunnen dragen.

Gebed: Heer, ik begrijp meestal niets van de verdeling van het lijden. Leer mij U God te laten en leer mij ook te leven vanuit het geloof dat het gevolg van de zonde in het algemeen ons en deze wereld onder de vloek heeft gebracht, zonder dat U daar met nadruk mee bezig bent om het sommige mensen moeilijker te maken dan anderen.