Nu moet je even bedenken wie het Evangelie van Lukas heeft geschreven. Ja, zul je denken, Lukas natuurlijk. Ja, precies, maar wat was Lukas van beroep? Hij was arts. Overigens was Lukas niet één van de twaalf discipelen, dus liep hij er gewoon bij zoals er meerderen wat algemener bij liepen rondom Jezus. En juist deze Lukas beschrijft deze wonderen. Hij moet ongelofelijke dingen hebben gezien, maar je leest nergens dat hij twijfelde aan de wonderen en hij laat door alles heen overduidelijk zien dat Jezus de wonderen doet.

Wat heeft dit met Lukas gedaan? De emotie van Lukas lees je eigenlijk nergens, maar als je ziet hoe hij vol passie aan zijn tweede boek begint, het boek Handelingen, is wel duidelijk dat hij het absoluut geloofde en toeschreef aan Gods macht. Stel je nu voor dat elke arts na een wonder zou zeggen: “Hier kon ik niets meer doen, maar dit heeft God gedaan”, hoeveel hoop geef je dan als arts? Dan is ineens niets meer afhankelijk van jouw kunnen, maar is God erbij en is er bij Hem mogelijk wat bij jou niet mogelijk zou zijn. Het zou artsen nog veel maar rust geven en patiënten veel meer vertrouwen.

Maar dan denk je alles te hebben gehad en dan komt Jezus een dag later bij de poort van Naïn. Wat gebeurt er daar? Hij ontmoet een rouwstoet, want er is een jongen overleden. We weten niet precies hoe oud hij is geweest, we weten alleen dat hij de enigste zoon van de vrouw was en dus ook nog eens degene van wie de vrouw afhankelijk was voor haar levensonderhoud. Zeker ook omdat de man in het verhaal er niet lijkt te zijn. Deze droevige uitvaart komt Jezus tegen.

Ja, Jezus, het Leven Zelf ontmoet hier de dood. En het verdriet raakt Jezus. Hij is met innerlijke ontferming bewogen. Het diepst van Zijn bestaan trilt van emotie bij het zien van dit verdriet. Als je dan leest wat er gebeurt. Jezus zegt niet veel, Hij gaat geen gesprek aan en al helemaal geen discussie, Hij laat alleen de stoet stilstaan en dan zegt Jezus: “Ik zeg je, sta op”.

Ongetwijfeld konden ze in die tijd nog geen hersenactiviteit meten, maar dat deze jongen dood was, stond echt wel vast. En wat zal Lukas hier gedacht hebben? Misschien wel niets meer en heeft hij gedacht: Als Jezus erbij is, kan alles. En er gebeurt ook alles! De meest bizarre uitspraak: ‘Tegen een dode zeggen dat hij op moet staan’, zorgt dat het wonder gebeurt. Dood is niet dood! Omdat Jezus er is, is de dood niet het absolute einde. Hij Die het leven heeft geschapen, staat er boven. En het getuigenis gaat door.

Weet je, ik weet ondertussen wel van wonderen van genezing en geloof dat we daar een rol in mogen spelen, maar bij overlijden kom ik er niet helemaal uit. Tegelijk geloof ik dat het voor Jezus niet heel veel verschil maakt of Hij nu een zieke geneest of een dode opwekt. En in Zijn Naam is alles mogelijk. Tegelijk is de dood onderdeel van ons leven geworden en is ook deze jongen later weer gestorven, maar ik geloof dat als God en Jezus groter worden door in ons tijd dit te laten gebeuren, dan kan het nog. En even terug naar die artsen, zullen wij met elk wonder de artsen daar van in kennis stellen? Hoe groot of hoe klein het ook is. Uiteindelijk, zodat er echt ontzag komt voor Jezus en we hoop delen voor de moeilijkste situaties. En Jezus, het lijden raakt Hem, ook als Hij nu niet ingrijpt.

Gebed: Heer, U bent echt tot alles in staat en ik vraag U, doe het ook in onze tijd en maak ons beschikbaar voor Uw plannen in onze tijd.