Natuurlijk, als je kijkt naar de diepte van het lijden, dan laat dat zien hoe iemand er aan toe is die niet in Jezus gelooft, maar als je gelooft in dat wat Jezus deed voor jou, dan moet de conclusie zijn dat jij nu volmaakt bent. In Jezus woont God Zelf. Wat eiste God? De dood van iemand die zondigde. Wat deed Jezus? Hij stierf! In welke plaats? In die van jou en mij. Dus God zal nooit meer oordelen over je als je Jezus aanneemt en dus ben je volmaakt in Gods ogen.

Zie je hoe belangrijk het is om geen filosofische gedachten te volgen, maar te volgen wat je in Jezus ziet en wat Hij zegt? Als je het werk van Jezus niet serieus wil nemen dan kun je daar twee dingen voor doen. In de eerste plaats als je Zijn offer niet aanneemt en in de tweede plaats door in Hem te geloven en te blijven zeggen dat je een zondaar bent. Het eerste is ongelofelijk dom en het tweede is een ongelofelijke leugen waarmee je Jezus tekort doet. Geloven in Jezus betekent dat er geen oordeel meer is en ‘zondaar-zijn’ is een oordeel! Dat oordeel is opgeheven en daarom zegt Paulus: “Je bent volmaakt in Christus”. En om het nog mooier te maken zegt hij: “Je bent besneden”.

De besnijdenis was iets totaal anders dan de doop. De besnijdenis was een symbool dat je onderdeel was van Gods volk Israël. Een Joods jongetje werd door zijn besnijdenis eigendom van God. Dat had niets met afwassen van zonden te maken, dat was biologisch bepaald. Als Paulus de besnijdenis geestelijk gebruikt stelt hij dat het geloof in Jezus de besnijdenis van je hart is. Je bent eigendom geworden van God. Toen je nog onbesneden was en niet geloofde was je dood, maar nu ben je met Christus opgestaan. En om het nog duidelijker te maken gebruikt Paulus nog een beeld.

Het is onmogelijk om vol te houden dat je nog een zondaar bent als je het werk van Jezus echt serieus neemt. Paulus zegt dat zelfs het handschrift dat tegen je getuigde is uitgewist. Je bent met Christus in ondergegaan in de dood. Wat Jezus deed, deed jij in Gods ogen. Hierbij gebruik Paulus het beeld van de doop nu wel als ondergaan in water. Hij stelt overigens hier niet dat je gedoopt moet zijn, hij gebruikt het symbolisch en geestelijk. En het gevolg is dit: Er is geen handschrift meer tegen je. Dat handschrift was in de tijd van Paulus een aanklachtsverklaring. Daarop stond de aanklacht die tegen een misdadiger was ingediend. Er is nu geen aanklacht meer tegen je. Of anders gezegd: Je bent een onbeschreven blad. Er zit op jou geen vlek meer, je bent volmaakt nieuw. En dus, ben je geen zondaar meer. Dit is je grootste houvast in je leven. Dat is wat er gebeurt als je Jezus serieus neemt.

Gebed: Heer, ik ben volmaakt in U. Niets is er meer tegen mij en U spreekt mij vrij. Ik ben geen zondaar, ik ben volmaakt!