Er zal gespot worden met de wederkomst. Wat dat voor spotters zullen zijn, zegt Petrus niet, maar ze zullen er wel zijn. En ik denk dat dit herkenbaar is. Ga vandaag maar eens met wat mensen in gesprek en vertel hen eens dat we straks wel kerst vieren en Jezus gedenken, maar vertel er dan ook bij dat Jezus nog een keer terugkomt om alles nieuw te maken en dat wie Hem niet heeft willen accepteren als Koning en Heer, geen plaats zal krijgen op die nieuwe aarde en in die nieuwe hemel. De kans is groot dat er gezegd wordt dat God vooral liefde is en dat, als er al iets is na dit leven, iedereen daar wel zal komen. Over de tegenstelling tussen hemel en hel mag je vaak niet veel zeggen, want dan veroordeel je mensen die niet geloven. Maar het tweede dat je te horen krijgt is heel vaak iets in de trant van: "Wederkomst en alle dingen nieuw maken? Voorlopig roept de kerk dat al eeuwen en voorlopig wordt het alleen maar slechter en als er een God is, dan zou Hij al lang wel hebben ingegrepen".

Waar is de belofte van Zijn komst? Dat zijn de woorden die Petrus noemt als het over de spotters gaat met de dag van de wederkomst. Alle dingen zouden blijven zoals het al is vanaf het begin van de schepping en er is niets veranderd, tot nu toe. Eigenlijk zeggen die spotters niet alleen dat er geen wederkomst lijkt te komen, maar ze zeggen nog veel meer dat er eigenlijk geen God is. Dat we soms uitroepen dat de wederkomst nooit lijkt te komen, dat is niet wat die spotters bedoelen. Dat uitroepen, midden in onze moeilijke dingen en het verlangen dat je soms ook doet zeggen: "Heer, wanneer dan", dat zijn andere woorden. Dat zijn woorden van geloof en verlangen en bij die woorden mogen we elkaar juist bemoedigen om vol te houden. Maar er zijn ook mensen die er mee spotten vanuit de gedachte dat er nooit een wederkomst zal komen omdat er er niemand is die weder kan komen. En die spotters haken aan bij dat wat er al eeuwenlang lijkt te zijn en nog nooit is veranderd. Juist die spotters, met hun leugens, die ontnemen ons soms de hoop. En Petrus wil je vandaag zeggen: Laat je niet van de wijs brengen, geloof het niet, want deze spotters zijn dwaze mensen, die wel een paar dingen over het hoofd zien. 

Wij verwachten de Heer, al lijkt het lang te duren. Daar is ook een reden voor. De Heer wacht nog steeds, maar niet omdat Hij nooit zal komen, maar omdat er nog mensen zijn die Hij er ook bij wil hebben. We verwachten de Heer met verlangen en soms ook met ongeduld. En die spotters, daar leert Petrus ons nog een paar dingen over, zodat we hen ook te woord kunnen staan.

Gebed: Heer, Ik verwacht U, ondanks alle leugens die spotters mij willen laten geloven. En tegelijk, die spotters, ze staan nog buiten en wat zou dat een wonder zijn als dat veranderd door mijn getuigenis heen.