Wanneer komt Jezus terug? Dat antwoord geeft Jezus niet. Hij zegt alleen dat het zal zijn als in de dagen van Noach. Iedereen leefde toen zijn eigen leven en vooral leefde iedereen maar raak en met God werd geen rekening gehouden. De waarschuwing die van Noach uitging werd genegeerd. Sterker nog, hij werd zelfs uitgelachen omdat hij een boot ging bouwen op een plaats waar geen water was. En dan, ondanks die waarschuwingen, ineens komt het water en iedereen wordt weggevaagd. Zo zal het zijn op de dag dat Jezus terugkomt. Iedereen zal zijn leven voor zichzelf leven en de waarschuwingen van God zullen in de wind geslagen worden. En dan ineens zal Jezus er zijn, zoals de vloed bij Noach. Nou ja, bijna zoals toen.

Er zal een groot verschil zijn. Ondanks dat de tijd van de wederkomst lijkt op die van Noach, er is een groot verschil. In de tijd van Noach kwam het water en het vaagde iedereen weg, maar als Jezus komt zal de ene worden aangenomen en de ander worden verlaten. Jezus zegt dus: "Er is 100% meer!" De nadruk ligt niet op diegenen die verlaten worden, de nadruk ligt op de genade en de redding van degenen die aangenomen worden. Het gaat niet om enkelen, maar het gaat om velen.

Wat gebeurde er in de tijd van Noach? Niemand was waakzaam! Niemand lette erop dat God woedend was en niemand lette op het water dat kwam. Ook nu zijn er tekenen van de komst van Jezus en de vraag is niet of er velen verlaten worden, maar de vraag is of we waakzaam zijn. Degenen namelijk die waakzaam zijn, dat zijn ook degenen die aangenomen worden. Ben jij waakzaam en sta je op wacht? Merk je dat Jezus er aan gaat komen? Het draait in deze toespraak van Jezus over Zijn wederkomst om de vraag of je waakzaam bent. Of je de Heer verwacht! Daar gaat het om en niet willekeur of kansloosheid. Er is in de dagen van Noach niemand kansloos geweest, ze hebben er alleen niets mee gedaan. Er is voor de wederkomst van Jezus niemand kansloos om aangenomen te worden, het is alleen de vraag of je Jezus verwacht en naar Hem uitziet. En met die gedachte, begint Jezus ook nog eens aan een gelijkenis over een trouwe en ontrouwe slaaf. Dat is voor de volgende keer.

Gebed: Heer, mijn aandacht en mijn verlangen is op U gericht. Ik zie uit naar Uw komst. De dagen lijken wel op die van Noach, maar ik laat Uw komst niet onverwacht komen.