Want waar komen wij vandaan? Het plat gezegd komen wij uit de dood vandaan. Zo zijn wij geboren. Toen wij geboren werden waren wij dood in de zonden en de misdaden. Niets in ons had leven. Lichamelijk leefden we wel, maar geestelijk waren we dood en voor iedereen die niet wederom geboren is, geldt dit op dit moment nog steeds. Dood voor God en geen mogelijkheid om de conectie te maken met de Geest van God. Want dat is eigenlijk het dood zijn in de zonden en misdaden.

Maar die dood is de plaats waar vandaan God ons heeft opgeraapt. Er was geen leven, we onderscheiden ons in niets van anderen, maar het was Gods onbegrijpelijk, onvoorwaardelijke, onbevattelijke genade die ons tot leven riep en ons uit de macht van het rijk van de duisternis haalde en ons in Zijn licht bracht. Toen we dood waren, wandelden we in deze wereld overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht. Paulus zegt niets anders dan dat op het moment dat we dood waren, we leefden naar de wil van satan, de slavendrijver van de zonde, waaronder wij als slaven van de zonden moesten buigen.

En om ons heen zie ik mensen die nog steeds onder deze macht leven en die Jezus nog steeds niet als Heer kennen in hun leven. Zij zijn dood voor God en levend voor de overste van de macht van de lucht. Dat is het leven van de kinderen van de ongehoorzaamheid. En ook wij hebben daarin geleefd. Maar door Gods genade heeft Hij ons, met Jezus Zelf levend gemaakt. Dat bestaan van ons dat voor God dood was heeft Hij aan het kruis gespijkerd en ons met Jezus ook weer laten opstaan en ons aangenomen als Zijn lichaam, waarbij Hij ons boven de machten en krachten van de aanvoerder van de macht in de lucht plaatste. 

Dat wij in Christus macht hebben gekregen over de duisternis is niet te danken aan iets uit ons. Wie zijn wij dat God ons als Zijn lichaam aanneemt om heerschappij te voeren over de macht van de duisternis. En wij beseffen waar wij vandaan komen, zouden we dan passief blijven als satan zich aandient?

Gebed: Jezus, U hebt mij opgeraapt uit de dood, U hebt mij met U mede levend gemaakt! U komt alle glorie en heerlijkheid, eer en aanbidding toe. U zij de glorie, opgestane Heer!