Wij kennen nu het goede, maar ook het kwade. Dat is Goddelijk, maar dat kunnen wij niet eens aan. Als je voor de zondeval aan Adam gevraagd zou hebben of hij gezond was, dan zou hij je aangekeken hebben met een blik van: "waar heb jij het over?" Adam wist niet wat het was om gezond te zijn omdat hij niet wist wat ziekte was. Adam wist niet wat pijnloosheid was, omdat hij geen pijn kende. Maar Adam wist ook niet wat goeddoen was omdat hij geen zonde kende. Die onbevangenheid hebben wij opgeofferd door onze zonden. Als God willen zijn heeft ons gevangen genomen in de kennis van het kwade.

En het tweede is dat er nog een tweede, belangrijke boom in de hof stond. Naast de boom van kennis van goed en kwaad, was er ook een boom van het leven. Als Adam en Eva van die boom gegeten zouden hebben, waren ze onsterfelijk geweest. En God haast Zich, na het uitspreken van de vloeken om deze boom te beschermen. Om die reden moesten Adam en Eva het paradijs uit en het paradijs wordt verzegeld met engelen.

God wil niet dat onvergeven mensen het eeuwige leven zouden hebben. Als God deze boom beschikbaar had gehouden, dan hadden we Gods genade niet meer nodig gehad, dan hadden we eeuwig geleefd. Maar, dan hadden we eeuwig geleefd zonder van onze zonden verlost te hoeven worden en was uiteindelijk hemels geluk er niet gekomen. Ook de bescherming van deze boom is Gods plan. Want door de genade kunnen we in onze eerste staat worden hersteld en in de gemeenschap met God opgenomen worden. Maar zonder die genade hadden we wel eeuwig geleefd, maar altijd op de manier hoe we dat nu doen. 

Dit laat zo duidelijk zien dat God ons liefheeft. Dit laat zien dat God ons juist een eeuwig leven in Zijn tegenwoordigheid wil geven. Juist in deze, naar het lijkt daad van straf en wraak, laat God Zijn liefde zien. Ja, inderdaad, degenen die niet willen geloven, worden er slechter van. Maar God heeft ook maar één verlangen: dat iedereen verzoend wordt met Hem, zodat iedereen in de hemel zou komen en daar volmaakt met Hem zou leven. Gods verlangen naar jou is zo onbegrijpelijk groot.

Gebed: God almachtig, U beschermt mij tegen een eeuwig leven dat niet volmaakt is. U beschermt mij tegen een eeuwige toekomst waarin ik altijd tegenover U had kunnen blijven staan. Straks zult U mij eten geven van deze boom die U nu nog hebt weggehouden voor ons.